8: Aangepaste bediening
d: FE-vergrendeling
Wanneer u voor flitsfotografie op de knop drukt die aan deze functie
is toegewezen, wordt er voorgeflitst en wordt de vereiste flitsoutput
(FE-vergrendeling) vastgelegd.
e: ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, S draaien)
U kunt de ISO-snelheid instellen door <0> ingedrukt te houden en
aan het instelwiel <6> te draaien. Als deze functie wordt gebruikt
terwijl ISO auto is ingesteld, dient de ISO-snelheid handmatig te
worden ingesteld. Als u deze functie in de modus <a> gebruikt, kunt
u de belichting aanpassen via de ISO-snelheid en daarbij de ingestelde
sluitertijd en het diafragma behouden.
f: Belichtingscorrectie (knop vasthouden, S draaien)
U kunt de belichtingscorrectie instellen door <0> ingedrukt te houden
en aan het instelwiel <6> te draaien. Dit is handig wanneer u de
belichtingscorrectie wilt instellen in handmatige belichting <a> met
ISO auto ingesteld.
s: Sluitertijdinstelling in M-modus
In handmatige belichting <a> kunt u de sluitertijd instellen met het
instelwiel <6> of <5>.
f: Diafragma-instelling in M-modus
In de modus <a> (handmatige belichting) kunt u het diafragma
instellen met het instelwiel <5> of <6>.
y: Flitsbelichtingscorrectie
Druk op <0> om het instelscherm voor belichtingscorrectie (pag. 230)
voor de bevestigde (ingebouwde of externe) flitseenheid op het LCD-
scherm weer te geven.
0/3: Flitsfunctie-instellingen
Druk op <0> om het instelscherm voor de flitsfunctie (pag. 237) op het
LCD-scherm weer te geven.
438