i: De ISO-snelheid instellen voor foto'sN
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de
waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt
de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 150).
Raadpleeg pagina 296 en 299 voor meer informatie over de ISO-snelheid
tijdens movie-opname.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
ISO-snelheid
ISO 100 - ISO 400
ISO 400 - ISO 1600
ISO 1600 - ISO 16000, H
* Bij hoge ISO-snelheden kunnen opnamen er korreliger uitzien.
148
Druk op de knop <i>
1
Stel de ISO-snelheid in.
2
Terwijl u naar het LCD-paneel of in de
zoeker kijkt, draait u aan het
instelwiel <6> of <5>.
De ISO-snelheid kan worden
ingesteld op een waarde van ISO 100
t/m ISO 16000, met tussenstappen
van 1/3 stop.
'A' staat voor ISO auto. De ISO-snelheid
wordt automatisch ingesteld (pag. 150).
Wanneer het scherm wordt
weergegeven dat u hier links ziet,
kunt u op de knop <B> drukken
om de instelling op 'AUTO' te zetten.
Opnamesituatie
(Geen flits)
Zonnig, buiten
Bewolkt of 's avonds
Donker, binnen of 's
avonds
(
9
Flitsbereik
Hoe hoger de ISO-snelheid,
hoe groter het flitsbereik zal
zijn.
.
)