Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Voor De Scanner En De Antenne Van De Radar; Boegcorrectie - Garmin GPSMAP 4000 Series Installatie En Gebruikshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 4000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen voor de scanner en de antenne van de radar

De draaisnelheid van de antenne instellen
OPMerKINg: u kunt de draaisnelheid van de antenne alleen voor de volgende typen radar instellen: GMR 18, 18 HD, 24, 
24 HD, 404, 406, 604 xHD, 606 xHD, 1204 xHD en 1206 xHD. In de modus Dubbel bereik draait de antenne niet op hoge 
snelheid.
1.  Selecteer in het startscherm radar > radarinstelling > Draaisnelheid.
2.  Voer een van onderstaande handelingen uit:
•  Selecteer Normale snelheid.
•  Selecteer Hoge snelheid om de draaisnelheid van de antenne te verhogen, waardoor het scherm sneller wordt vernieuwd.
De afmeting van de radarantenne instellen
U kunt voor een optimaal beeld de afmeting van de radarantenne opgeven. De melding "Radar moet worden geconfigureerd" 
wordt weergegeven zolang u geen afmeting voor de antenne hebt opgegeven.
OPMerKINg: u kunt de afmeting van de antenne alleen voor de volgende typen radar instellen: GMR 404, 406, 604 xHD, 606 
xHD, 1204 xHD en 1206 xHD.
1.  Selecteer in het startscherm radar > radarinstelling > Antenneafmeting.
2.  Selecteer 4 voet of 6 voet.
Een radarvrije zone inschakelen en configureren
U kunt een gebied aangeven waarin door de radarscanner geen signalen worden verzonden.
OPMerKINg: u kunt een radarvrije zone alleen voor de volgende typen radar instellen: GMR 604 xHD, 606 xHD, 1204 xHD 
en 1206 xHD.
1.  Selecteer in het startscherm radar > radarinstelling > radarvrije zone.
De radarvrije zone is het gearceerde gebied op het radarscherm.
2.  Selecteer Hoek 1 > Aanpassen > Verplaatsen.
3.  Selecteer Omhoog of Omlaag om de grootte van de radarvrije zone aan te passen.
4.  Selecteer Hoek 2 > Aanpassen > Verplaatsen.
5.  Selecteer Omhoog of Omlaag om de grootte van de radarvrije zone aan te passen.

Boegcorrectie

De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn ligt met de 
boegas.
De mogelijke boegcorrectie meten
1.  Maak met behulp van een magnetisch kompas een optische peiling van een stilliggend object dat zich binnen het zichtbare 
bereik bevindt.
2.  Meet de peiling van het object op de radar.
3.  Als de afwijking van de peiling meer dan +/- 1° bedraagt, stelt u de boegcorrectie in.
De boegcorrectie instellen
Om de boegcorrectie te kunnen instellen moet u eerst de potentiële boegcorrectie meten (zie vorige procedure).
De instelling van de boegcorrectie die voor één radarmodus wordt opgegeven, geldt voor alle andere radarmodi en voor de 
radaroverlay.
1.  Selecteer in het startscherm radar > radarinstelling > Voorkant boot.
2.  Houd de toets Omhoog of Omlaag ingedrukt om de correctie in te stellen.
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®
Radar
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave