Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Windsnelheidgegevens - Garmin GPSMAP 4000 Series Installatie En Gebruikshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 4000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Een grafiek instellen
U kunt de schaal en duur van de grafieken Atmosferische druk en Diepte instellen. De duur verwijst naar het tijdinterval in 
de grafiek en de schaal verwijst naar het bereik van de gemeten gegevens in de grafiek, inclusief specifieke maximum- en 
minimumwaarden.
1.  Selecteer in het startscherm Informatie > grafieken.
2.  Selecteer Atmo. druk of Diepte.
3.  Selecteer grafiekinstellingen.
4.  Voer een van onderstaande handelingen uit:
•  Selecteer eerst Duur en vervolgens Omhoog of Omlaag om de duur in te stellen.
•  Selecteer Schaal. Selecteer Omhoog, Omlaag of Auto. Als u Auto selecteert, stelt de kaartplotter de optimale minimum- 
en maximumwaarden voor het bereik in op basis van de omgevingsomstandigheden. Als de kaartplotter nieuwe informatie 
over de omgevingsomstandigheden ontvangt, wordt de schaal automatisch aangepast.
•  Selecteer reset schaal om de kaartplotter toe te staan de optimale minimum- en maximumwaarden voor het bereik 
in te stellen, op basis van de omgevingsomstandigheden. reset schaal wordt alleen weergegeven wanneer Auto al is 
geselecteerd voor Schaal.
•  Selecteer voor alleen atmosferische druk Drukref. en selecteer de referentietijd die wordt gebruikt om de barometertrend 
te berekenen die in de linkerbovenhoek van de grafiek wordt weergegeven. 

Windsnelheidgegevens

De werkelijke wind, schijnbare wind of grondwind voor de windgrafiek selecteren
De kaartplotter moet zijn aangesloten op de hieronder vermelde randapparatuur om de gegevens te kunnen registreren die in de 
windsnelheidgrafiek worden weergegeven.
Windsnelheid
Beschrijving
Schijnbare wind Hiermee worden gegevens over de windsnelheid
weergegeven op basis van de luchtstroom die wordt
gemeten terwijl een boot in beweging is.
Ware wind
Hiermee worden gegevens over de windsnelheid
weergegeven op basis van de luchtstroom die
wordt gemeten op een stationaire boot. De meest
nauwkeurige gegevens krijgt u als de instelling Bron
windsnelheid op Auto wordt gezet
Grondwind
Hiermee worden gegevens over de windsnelheid
weergegeven op basis van de luchtstroom die wordt
gemeten aan wal.
1.  Selecteer in het startscherm Informatie > grafieken > Windsnelheid.
2.  Selecteer het type windsnelheidgegevens dat in de grafiek moet worden opgenomen (Schijnbare wind, Ware wind of 
grondwind).
De bronnen van de windsnelheid configureren
U kunt opgeven of de snelheid van het vaartuig die op het kompas wordt weergegeven op de watersnelheid of de GPS-snelheid 
moet worden gebaseerd. De watersnelheid is de door een water-snelheidsensor gemeten snelheidmeting; de GPS-snelheid wordt 
berekend op basis van uw GPS-positie.
1.  Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > Navigatie > Snelheidsbronnen.
2.  Selecteer Wind.
3.  Voer een van onderstaande handelingen uit:
•  Selecteer Watersnelheid om aan te geven dat de berekende windsnelheid is gebaseerd op gegevens van een 
watersnelheidsensor.
•  Selecteer gPS-snelheid om aan te geven dat de berekende windsnelheid is gebaseerd op gegevens van een GPS-antenne.
•  Selecteer Auto om de kaartplotter automatisch een bron van snelheidsgegevens te laten selecteren.
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®
Vereiste sensors
Een windsensor.
Een windsensor en een watersnelheidsensor; of een
windsensor en een GPS-antenne.
(pagina
52).
Een windsensor, een sensor voor de watersnelheid,
een koerssensor en een GPS-antenne; of een
windsensor en een GPS-antenne; of een windsensor,
een sensor voor de watersnelheid en een koerssensor.
Almanak-, omgevings- en bootgegevens
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave