Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waypoints; Uw Huidige Positie Als Waypoint Markeren; Een Waypoint Op Een Andere Positie Maken - Garmin GPSMAP 4000 Series Installatie En Gebruikshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 4000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Navigatie
•  Begeleid naar: zoekt in de BlueChart g2 Vision-kaartgegevens de optimale route naar uw bestemming met behulp van 
Autobegeleiding. Voor deze optie moet u beschikken over een BlueChart g2 Vision-geheugenkaart.
Een directe koers instellen en volgen met behulp van Ga naar
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen. Gebruik 
visuele waarnemingen om land, ondiep water en andere gevaarlijke objecten te vermijden.
U kunt een directe koers uitzetten en deze volgen vanaf uw huidige positie naar een geselecteerde bestemming.
1.  Selecteer een bestemming met behulp van een kaart of met Waarheen? (pagina 31).
2.  Selecteer Navigeer naar > ga naar.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. De dunnere paarse lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers van uw 
huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u van de 
koers afwijkt.
3.  Volg de magenta lijn, vermijd land, ondiep water en andere obstakels.
OPMerKINg: wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw 
bestemming te gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Een nieuwe route maken en volgen met behulp van Route naar
Zie "Een route vanaf uw huidige positie maken en navigeren" (pagina 34).
Een opgeslagen route volgen met Route naar
Zie "Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren" (pagina 40).
Een koers instellen en volgen met behulp van Autobegeleiding
De functie Autobegeleiding van de BlueChart g2 Vision-gegevenskaart is gebaseerd op elektronische kaartinformatie. De 
gegevens garanderen niet dat de route vrij is van obstakels en dat deze diep genoeg is. Vergelijk de koers met alle visuele 
waarnemingen en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u kunt tegenkomen.
1.  Selecteer een bestemming met behulp van een kaart of met Waarheen? (pagina 31).
2.  Selecteer Navigeer naar > Begeleid naar.
3.  Controleer de koers, die met de magenta lijn voor Autobegeleiding is aangegeven.
OPMerKINg: als u de functie Autobegeleiding gebruikt, geeft een grijze lijn binnen de magenta lijn aan dat de functie 
Autobegeleiding een deel van de automatische begeleiding niet kan berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen 
voor een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en obstakelhoogte (pagina 53).
4.  Volg de magenta lijn, vermijd land, ondiep water en andere obstakels.

Waypoints

U kunt maximaal 5000 waypoints opslaan met een door de gebruiker gedefinieerd(e) naam, symbool, diepte, watertemperatuur en 
opmerking voor elk waypoint.

Uw huidige positie als waypoint markeren

Voer een van onderstaande handelingen uit:
•  Selecteer Markeer op een willekeurig scherm bij de GPSMAP 4000-serie.
•  Tik op Markeer boven aan het scherm bij de GPSMAP 5000-serie.

Een waypoint op een andere positie maken

1.  Selecteer in het startscherm achtereenvolgens Informatie > gebruikersgegevens > Waypoints > Nieuw waypoint.
2.  Voer de positie van het waypoint in:
•  Selecteer gebruik kaart als u het waypoint wilt verplaatsen terwijl u een kaart bekijkt. Selecteer Kies.
•  Selecteer Invoer coördinaten om het waypoint aan de hand van coördinaten te verplaatsen. Selecteer OK.
3.  Indien nodig kunt u het waypoint een naam geven en informatie over de waypoint invoeren. Selecteer vervolgens het 
waypoint aan de rechterkant van het scherm en selecteer Wijzig waypoint.
•  Selecteer Naam. Selecteer OK.
•  Selecteer Symbool. Selecteer een nieuw symbool.
32
LET OP
LET OP
GPSMAP
®
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave