Een gegevensveld bewerken
1. Selecteer de optie Combinaties in het startscherm.
2. Selecteer een combinatie.
3. Selecteer een gegevensveld.
4. Selecteer het type gegevens dat in het veld wordt weergegeven.
Afhankelijk van de kaartplotter en de netwerkconfiguratie kunnen de beschikbare opties variëren.
Instrumentgegevens weergeven
U kunt motor- of brandstofmeters weergeven in een combinatiescherm.
1. Selecteer de optie Combinaties in het startscherm.
2. Selecteer een combinatie.
3. Selecteer Menu > Wijzig combinatie.
4. Selecteer een genummerde optie.
5. Voer een actie uit om de meters weer te geven in een combinatiescherm:
• Selecteer Instrumenten > Motor > OK om de motormeters weer te geven.
• Selecteer Instrumenten > Brandstof > OK om de brandstofmeters weer te geven.
De instrumentenschermen doorlopen
1. Selecteer de optie Combinaties in het startscherm.
2. Selecteer een combinatie die een scherm met instrumentgegevens bevat.
3. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Als u een toestel uit de GPSMAP 4000-serie gebruikt, selecteer dan rechtsonder in het scherm het pictogram voor het
meterscherm dat u wilt doorlopen.
• Als u een toestel uit de GPSMAP 5000-serie gebruikt, selecteer dan de naar links en rechts wijzende pijlen onder de
meter.
De kaartplotter geeft het volgende brandstof- of motormeterscherm weer.
4. Herhaal stap 3 om alle meterschermen te doorlopen.
De instrumentgegevens aanpassen
Zie "Motormeters" (pagina 47) of "Brandstofmeters" (pagina 49).
Een scherm instellen als het focusscherm
Het grootste scherm in het combinatiescherm wordt het focusscherm genoemd. Als u een toestel uit de GPSMAP 4000-serie
gebruikt, kunt u kiezen wat in het focusscherm wordt weergegeven.
1. Selecteer de optie Combinaties in het startscherm.
2. Selecteer een combinatie.
3. Selecteer rechtsonder in het scherm het pictogram
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®
voor het scherm dat u wilt weergeven in het focusscherm.
➊
Combinaties
➊
29