De tijd instellen
1. Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > eenheden > Tijd.
2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Tijdformaat om een standaard voor het bijhouden van de tijd in te stellen. Selecteer 12 uur, 24 uur of UTC
(Universal Time Coordinate).
• Selecteer Tijdzone om de tijdzone te selecteren.
• Selecteer Zomertijd. Selecteer Aan, Uit of Auto.
Eenheden
U kunt de eenheden instellen die op de kaartplotter worden weergegeven. U kunt een standaardsysteem voor eenheden gebruiken
of uw eigen systeem instellen.
Een standaardsysteem voor eenheden selecteren
1. Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > eenheden > Systeem eenheden.
2. Selecteer Statuut (m/h, ft, °F), Metrisch (km/h, m, ºC) of Nautisch (kt, ft, ºF).
Een aangepast eenhedensysteem maken
Om informatie over diepte en temperatuur te kunnen weergeven, moet u NMEA-dieptegegevens van een echolood ontvangen of
een Garmin-peilmodule gebruiken.
U kunt individuele eenheden selecteren om een aangepast eenhedensysteem te maken dat de kaartplotter kan weergeven.
1. Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > eenheden > Systeem eenheden > Aangepast.
2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer eerst Diepte en vervolgens Voet, Vadem of Meters.
• Selecteer eerst Temperatuur en vervolgens Fahrenheit of Celsius.
• Selecteer Afstand en vervolgens Mijlen, Kilometers, Zeemijlen (nm) of Naut. (nm, m).
• Selecteer eerst Snelheid > Snelheid vaartuig en vervolgens Mijlen per uur, Kilometers per uur of Knopen.
• Selecteer eerst Snelheid > Windsnelheid en vervolgens Mijlen per uur, Meter Per Sec of Knopen.
• Selecteer eerst Hoogte en vervolgens Voeten of Meters.
• Selecteer eerst Volume en vervolgens Liters, US gallons of UK gallons.
• Selecteer eerst Druk > Meterdruk en vervolgens kPa of psi.
• Selecteer eerst Druk > Atmosferische druk en vervolgens Millibars of Inches kwik.
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®
Het toestel instellen
55