Weergave van kaarten en 3D-kaarten
5. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Label om de naam en het symbool weer te geven.
• Selecteer Opmerking om de opmerkingen weer te geven die u hebt toegevoegd.
• Selecteer Symbool om alleen het symbool weer te geven.
• Selecteer Verberg om het symbool te verbergen.
De kleur van het actieve spoor instellen
Zie (pagina 37).
Gekleurde sporen weergeven of verbergen
U kunt de kleur van de sporen opgeven (pagina 37) en vervolgens alle sporen met een bepaalde kleur weergeven of verbergen.
1. Selecteer Kaarten in het startscherm.
2. Selecteer Navigatiekaart, Viskaart of radaroverlay.
3. Selecteer Menu >Waypoints en tracks > Tracks weergave.
4. Selecteer de kleur van de sporen die u wilt weergeven of verbergen.
Informatie over locaties en objecten op een kaart weergeven
Op de navigatiekaart of de viskaart kunt u informatie over een locatie of een object bekijken.
OPMerKINg: de viskaart is beschikbaar met een voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-gegevenskaart.
1. Selecteer Kaarten in het startscherm.
2. Selecteer Navigatiekaart, Viskaart, of radaroverlay.
3. Selecteer een locatie of een object.
Er wordt een lijst met opties rechts van de kaart weergegeven. Het hangt van de locatie of het object af welke opties er in de
lijst staan.
4. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Herzie om de details van objecten in de buurt van de cursor weer te geven. (Herzie wordt niet weergegeven
als de cursor niet vlak bij een object staat. Staat de cursor in de buurt van één object, dan wordt de naam van dat object
weergegeven.)
• Selecteer Navigeren naar om naar de geselecteerde locatie te gaan (pagina 6).
• Selecteer Waypoint maken om een waypoint te maken op de plaats waar de cursor staat.
• Selecteer Afstand meten om de afstand en de peiling van het object vanaf uw huidige locatie te bekijken. De informatie
wordt linksboven op het scherm weergegeven. Selecteer referentie instellen om de meting vanaf een andere plaats dan
van uw huidige locatie te verrichten.
• Selecteer Informatie om getijden (pagina 42), stromingen (pagina 43), zon- en maanstanden (pagina 44), kaartnotities of
informatie over plaatselijke diensten in de buurt van de cursor te bekijken.
• Selecteer Stop wijzen om de aanwijzer van het scherm te verwijderen. Selecteer Stop schuiven om het schuiven te
stoppen en terug te keren naar uw huidige positie.
8
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®