Navigatie
• Selecteer de tijd waarop het huidige spoor is begonnen of Middernacht, indien weergegeven.
• Selecteer geheel log.
3. Selecteer Volg track.
4. Controleer de koers, die met een gekleurde lijn is aangegeven.
5. Volg de gekleurde lijn, vermijd land, ondiep water en andere obstakels.
Het actieve spoor wissen
Selecteer in het startscherm Informatie > gebruikersgegevens > Tracks > Wis actieve track.
Het spoorgeheugen wordt gewist; het huidige spoor wordt echter nog steeds opgeslagen.
Het spoorloggeheugen beheren tijdens het opslaan
1. Selecteer in het startscherm Informatie > gebruikersgegevens > Tracks > Actieve track opties > Opslag modus.
2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Vul om een spoorlogboek bij te houden tot het geheugen vol is.
• Selecteer Wikkel om het spoorlogboek continu bij te houden, waarbij de oudste koersgegevens worden vervangen door
nieuwe gegevens.
Het opslaginterval van het logboek met sporen configureren
U kunt de frequentie aangeven waarmee de sporen worden geregistreerd. Het frequent registreren van profielen is nauwkeuriger
maar hierdoor raakt het spoorlog wel sneller vol.
1. Selecteer in het startscherm Informatie > gebruikersgegevens > Tracks > Actieve track opties > Interval > Interval.
2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Afstand om het spoor te registreren op basis van een afstand tussen twee punten. Selecteer Wijzig. Stel de
afstand in. Selecteer OK.
• Selecteer Tijd om het spoor te registreren op basis van een tijdsinterval. Selecteer Wijzig. Stel de tijd in. Selecteer OK.
• Selecteer resolutie om het spoor vast te leggen op basis van een afwijking in de koers. Selecteer Wijzig. Voer de
maximale toegestane fout in te voeren van de ware koers voordat er een spoorpunt wordt geregistreerd. Selecteer OK.
3. Selecteer OK.
Sporen kopiëren
Zie "Beheer van kaartplottergegevens" (pagina 60).
Alle opgeslagen waypoints, routes en sporen verwijderen
Selecteer in het startscherm Informatie > gebruikersgegevens > Wis gebruikersgegevens > Alles.
Navigeren met een Garmin-stuurautomaat
Als u de navigatie start (met Ga naar, Route naar of Begeleid naar) en via een National Marine Electronics Association (NMEA)
2000-netwerk bent verbonden met een compatibele Garmin-stuurautomaat (zoals de GHP
stuurautomaat wilt inschakelen.
38
10), wordt gevraagd of u de
™
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®