Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Scherm Instellen; Avigatievoorkeuren - Garmin GPSMAP 4000 Series Installatie En Gebruikshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 4000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het toestel instellen

Het scherm instellen

Het geluid instellen
U kunt instellen wanneer de kaartplotter hoorbare signalen afgeeft.
1.  Selecteer in het startscherm Instellen > Systeem > Pieper/scherm > Pieper.
2.  Voer een van onderstaande handelingen uit: 
•  Selecteer Alleen alarmen om de kaartplotter alleen een alarmsignaal te laten weergeven wanneer de alarmen worden 
geactiveerd (standaardinstelling).
•  Selecteer Toets en alarm om de kaartplotter te laten piepen wanneer de toetsen worden ingedrukt en wanneer de alarmen 
worden geactiveerd.
De taal instellen
U kunt kiezen welke taal wordt weergegeven op de kaartplotter.
1.  Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > Taal.
2.  Selecteer een taal.

avigatievoorkeuren

Route-instellingen
Een labeltype selecteren voor een route
U kunt selecteren welk type labels wordt weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart.
1.  Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > Navigatie > routelabels.
2.  Voer een van onderstaande handelingen uit: 
•  Selecteer Naam weergeven om koerswijzigingen aan te duiden aan de hand van waypointnamen.
•  Select Toon cijfer om koerswijzigingen aan te duiden aan de hand van nummers, zoals Koerswijziging 1 en 
Koerswijziging 2.
Koerswijzigingovergangen instellen
U kunt instellen hoe ver of hoe lang voor een koerswijziging in een route u overgaat op het volgende deel. Door deze waarde te 
verhogen, kunt u de nauwkeurigheid van de stuurautomaat bij het navigeren van een route of het volgen van een automatische 
begeleidingslijn vergroten bij veel wendingen en bij hoge snelheden. Voor rechtere routes en lagere snelheden kan het verlagen 
van deze waarde de nauwkeurigheid van de stuurautomaat vergroten.
1.  Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > Navigatie > Koerswijziging overgang > Activering.
2.  Voer een van onderstaande handelingen uit:
•  Selecteer Tijd. Selecteer Wijzig tijd. Voer de tijd in. 
•  Selecteer Afstand. Selecteer Wijzig afstand. Voer de afstand in. 
3.  Selecteer OK.
Bronnen voor snelheidsgegevens instellen
U kunt de bron bepalen van de snelheidsgegevens op basis waarvan de ware windsnelheid of het brandstofverbruik wordt 
berekend. De watersnelheid is de door een water-snelheidsensor gemeten snelheidmeting; de GPS-snelheid wordt berekend op 
basis van uw GPS-positie.
1.  Selecteer in het startscherm Instellen > Voorkeuren > Navigatie > Snelheidsbronnen.
2.  Voer een van onderstaande handelingen uit:
•  Selecteer Wind en geef aan of de berekende windsnelheidsgegevens afkomstig zijn van een watersnelheidsensor, 
gebaseerd zijn op de gPS-snelheid of dat de kaartplotter automatisch een snelheidsgegevensbron selecteert.
•  Selecteer Brandstofverbruik en geef aan of de snelheidsgegevens op basis waarvan het brandstofverbruik wordt 
berekend, afkomstig zijn van een watersnelheidsensor of gebaseerd zijn op de gPS-snelheid.
52
GPSMAP
4000/5000-serie – Gebruikershandleiding
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave