Als aanvulling op de prospectieve en gearchiveerde gegevens van klinische monsters werd
een evaluatie van kunstmatige specimens uitgevoerd voor diverse pathogenen (Adenovirus
F40/F41, Astrovirus, Rotavirus, Sapovirus, Campylobacter, ETEC, EIEC/Shigella, STEC
stx1/stx2, E. coli O157, Plesiomonas shigelloides, Salmonella, Vibrio cholerae, Vibrio
parahaemolyticus, Vibrio vulnificus, Yersinia enterocolitica, Cryptosporidium, Cyclospora
cayetanensis, Entamoeba histolytica en Giardia lamblia), wegens het lage aantal prospectieve
en gearchiveerde klinische monsters tijdens de studie. Surrogaat-specimens werden
voorbereid met behulp van residuele klinische specimens die reeds negatief waren getest voor
alle analyten van het GI-panel door gerichte QIAstat-Dx Gastrointestinal Panel 2- en
vergelijkingsmethoden. De specimens werden verrijkt rond de assay-LoD en op klinisch
relevante niveaus met verschillende gekwantificeerde stammen voor elk organisme. De
gebruikers die de specimens analyseerden waren niet op de hoogte van de analytstatus van
elk kunstmatig specimen. In totaal werden 1254 cartridge-testruns uitgevoerd voor de
kunstmatige monsters, om bijkomende gegevens te verzamelen over de zeldzamere
pathogenen die door het QIAstat-Dx Gastrointestinal Panel 2 zijn gemeten. Het PPA werd voor
de vermelde doelwitten bepaald op kunstmatige monsters.
Gebruiksaanwijzing (Handleiding) van QIAstat-Dx Gastrointestinal Panel 2 02/2023
111