De monitoring sessie voortzetten
Tip op de toets Starten (B).
Trend- en referentiegegevens van de laatste sessie
worden opgeslagen. Trendgegevens worden niet
verzameld als de PulmoVista 500 is uitgeschakeld
is of zich in de Standby-modus bevindt. De
verzameling van trendgegevens wordt hervat als
de monitoring sessie wordt voortgezet. De meting
wordt gestart.
Een nieuwe monitoring sessie starten
Als een nieuwe monitoring sessie wordt gestart,
worden de trend- en referentiegegevens van de
vorige patiënt verwijderd.
1 Tip op de toets Nieuwe patiënt (G). Druk op de
draaiknop om te bevestigen.
2 Tip op de toets Starten (B).
De nieuwe meting wordt gestart.
Metingen selecteren en activeren
De beschikbare metingen kunnen worden
geselecteerd en geactiveerd voordat een
monitoring sessie wordt voortgezet of een nieuwe
monitoring sessie wordt gestart.
1 Als er een patiënten-interface is gedetecteerd,
wordt de toets Aan (C) voor de EIT-metingen
automatisch geactiveerd.
2 Als er aanvankelijk slechts één PressurePod-
meting is geactiveerd en gestart, wordt de toets
Maak verbinding (D) weergegeven. Tip op de
toets (D) om de EIT-metingen te activeren
terwijl drukmetingen plaatsvinden.
Tip op de toets Aan (E) om de metingen van
een aangesloten PressurePod te activeren.
Tip op de toetsen Paw, Poeso, Pga/Paux3 (F)
om de gewenste drukmetingen te selecteren.
Deze toetsen worden alleen weergegeven als
er een PressurePod is aangesloten.
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n
Patiëntgegevens invoeren
Tip op de toets Patiëntgegevens... (H) om
patiëntgegevens in te voeren.
De pagina Patiëntgegevens wordt geopend.
In bedrijf stellen
61