Download Print deze pagina

Dräger PulmoVista 500 Gebruiksaanwijzing pagina 56

Advertenties

In bedrijf stellen
4 Sluit de elektroderiem zodanig, dat alle
elektrodes goed contact maken met de huid.
Afhankelijk van de positie van de riemsluiting, kan
het EIT-beeld enigszins variëren. Met toenemende
afstand tussen de elektrodes 1 en 16 komen het
linker en rechter ventrale gebied van het EIT-beeld
dichter bij elkaar te liggen. EIT-metingen kunnen
ook met slechts 15 elektrodes worden uitgevoerd
als er door verband of ander materiaal geen
huidcontact met alle 16 elektrodes mogelijk is.
Deze 15 elektrodes moeten dan wel goed contact
maken met de huid.
5 Sluit de sluitclip (E) op de sluitknop (F) aan.
De referentie-elektrode aansluiten
c
G
6 Breng op een willekeurige plek op het abdomen
een ECG-elektrode (G) aan.
7 Bevestig de referentie-elektrodeclip (H) aan de
ECG-elektrode.
56
F
E
H
De patiëntenkabel met de elektroderiem
verbinden (voor pediatrische patiënten)
Sluit de patiëntenkabel aan voordat u de
elektroderiem op de patiënt aanbrengt.
1
1 Sluit clip 1 (A) van de patiëntenkabel op knop 1
(B) van de elektroderiem aan. Zorg ervoor dat
de kabel zoals afgebeeld en zoals op de
elektroderiem aangegeven op de knop zit.
2 Sluit clips 2 tot 15 in numerieke volgorde op de
knoppen van de elektroderiem aan. Zorg ervoor
dat de patiëntenkabel van richting verandert
boven elke knop en dat clip 16 niet aan de
overeenkomstige knop is aangebracht.
C
Het vocht van de huid zorgt doorgaans een paar
minuten na het aanbrengen van de riem voor
voldoende geleiding tussen de huid en de
elektrodes. Als de geleiding niet voldoende is, kan
er elektrodegel of -spray op de zwarte
elektrodeoppervlakken (C) op de elektroderiem
worden aangebracht.
3 Als duidelijk zichtbaar is dat de huid droog is,
wordt aanbevolen elektrodegel of -spray op de
elektrodes aan te brengen voordat de
elektroderiem wordt aangebracht.
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n
15

Advertenties

loading