Advertenties
Algemene overwegingen
De PulmoVista 500 is geen
levensinstandhoudingssysteem conform
IEC 60601-1-2.
De door de PulmoVista 500 uitgevoerde
EIT-metingen en de daarvan afgeleide parameters
zijn daarom geen meetfunctie conform de
richtlijn 93/42/EG inzake medische apparaten.
Bij de interpretatie van EIT-gegevens dient met de
volgende aspecten rekening te worden gehouden:
– De gemiddelde ruimtelijke resolutie van de
PulmoVista 500 bedraagt ongeveer 20 % van
de thoracale diameter. Naar het midden van het
lichaam toe neemt de ruimtelijke resolutie af.
– De getoonde vorm van het elektrodevlak komt
niet precies overeen met de geometrie van de
patiënt.
– De getoonde locatie van de
impedantieveranderingen komt niet altijd
precies overeen de daadwerkelijke plaats van
de impedantieverandering.
– De door de PulmoVista 500 bepaalde
impedantieveranderingen tonen meer een
wisselwerking van verschillende fysiologische
processen dan de effecten van één
afzonderlijke bron.
– Een verandering van PEEP, het bloedvolume
en de geleiding ervan, het extravasculaire
longwater, de lichaamshouding, de positie van
de elektroderiem en van de huidelektrode-
weerstand (bijv. na het aanbrengen van
elektrodegel) kan de thoracale impedantie en in
het bijzonder de eind-expiratoire
longimpedantie op verschillende manieren
beïnvloeden. Met deze veranderingen dient
met name bij de interpretatie van de door de
PulmoVista 500 geleverde trendgegevens
rekening te worden gehouden.
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n
– De relatie tussen volumeveranderingen en
impedantieveranderingen kan worden beïnvloed
door het niveau van het eind-expiratoire
longvolume. Wanneer bijvoorbeeld hetzelfde
tidal volume van twee spontane of mechanisch
ondersteunde ademhalingen wordt toegepast op
twee volledig verschillende PEEP-niveaus, kan
dit verschillende impedantieveranderingen tot
gevolg hebben. Gewoonlijk geldt: hoe hoger de
PEEP-niveaus, hoe lager de bijbehorende
impedantieveranderingen. M.b.t. de interpretatie
van de tidal impedantieveranderingen moet ook
met de volume-informatie van het
beademingsapparaat rekening worden
gehouden.
– Lichaamsbewegingen kunnen tot artefacten
leiden.
– Sterke elektromagnetische velden van
gevoelige frequentiebanden kunnen artefacten
tot gevolg hebben als het meetcircuit van het
EIT-systeem aan deze velden is blootgesteld.
Eventuele energiepaden zijn bijvoorbeeld de
patiënt, de netvoeding, de hoofdkabel en de
patiëntenkabel.
– Laagdoorlaat- en bandfiltering kunnen een
faseverschuiving en dus een vertraagde
weergave van de impedantiecurven veroorzaken.
– Door het gebruik van pulserende
luchtveringsmatrassen ontstaat een langzame,
constante modulatie van de impedantiecurven.
Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de
interpreteerbaarheid van de EIT-gegevens. Met
deze langzame modulatie dient men met name
rekening te houden bij de interpretatie van de
door de PulmoVista 500 getoonde weergave
EELI trend.
Bij bepaalde fysiologische omstandigheden kan het
reconstructie-algoritme doorslinger-effecten
(overshoot) veroorzaken die tot gebieden met grote
negatieve impedantieveranderingen leiden. Deze
gebieden worden paars weergegeven. Dit effect kan
ontstaan als zich gebieden met een hoge geleiding
(bijv. het hart, pleurale effusie) en lage geleiding (bijv.
goed geventileerd longweefsel) naast elkaar
bevinden.
Werkingsprincipe
153
Advertenties
Hoofdstukken
