Advertenties
Aanbevolen separatie afstanden tot draadloze communicatieapparatuur
Om te waarborgen dat de functionele integriteit van
dit apparaat is gewaarborgd, dient een separatie
afstand van ten minste 1,0 m (3,3 ft) tussen het
apparaat en draadloze communicatie apparatuur te
worden aangehouden.
Aansluiting op IT-netwerken
WAARSCHUWING
Risico op apparaatstoringen en schending
van de privacy
Dataverbindingen mogen uitsluitend recht-
streeks met de in deze gebruiksaanwijzing ge-
noemde Dräger apparaten tot stand worden
gebracht.
Gebruik geen seriële poort extenders, hubs of
dergelijke voor de MEDIBUS-aansluiting.
Sluit het apparaat niet aan op een IT-netwerk
van een ziekenhuis.
In een IT-netwerk kunnen gegevens worden
uitgewisseld door middel van bedrade of draadloze
technologieën. Een IT-netwerk kan elke data-
interface zijn (bijv. RS 232, LAN, USB, printer-
interface) zoals beschreven in de normen en
overeenkomsten.
Het aansluiten van dit apparaat op een netwerk dat
andere apparaten omvat of het achteraf
aanbrengen van wijzigingen in dat netwerk kan
nieuwe risico's voor patiënten, gebruikers en
derden tot gevolg hebben. Voordat het apparaat
wordt aangesloten op het netwerk of als het
netwerk wordt gewijzigd, moeten deze risico's
worden bepaald, geanalyseerd en geëvalueerd
door een IT-vertegenwoordiger van het ziekenhuis
in overeenstemming met de norm IEC 80001-1
(risicomanagement voor medische IT-netwerken).
Neem passende maatregelen op basis van de
resultaten.
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n
Voorbeelden van achteraf aangebrachte
wijzigingen in het netwerk:
– Het wijzigen van de netwerkconfiguratie
– Het verwijderen van apparaten uit het netwerk
– Het toevoegen van nieuwe apparaten aan het
netwerk
– Het uitvoeren van upgrades of updates op
apparaten die zijn verbonden met het netwerk
Met behulp van de RS 232-interface en de USB-
poort van de PulmoVista 500 kunnen de volgende
IT-netwerken tot stand worden gebracht:
– RS 232-interface volgens EIA RS 232 (CCITT
V.24 / V.28) voor MEDIBUS en MEDIBUS.X in
een point-to-point-verbinding (uitsluitend voor
de Dräger apparaten zoals aangegeven in deze
gebruiksaanwijzing met een door Dräger
gevalideerde dataverbinding)
– Interfaces gebaseerd op USB 1.1 of USB 2.0
voor de aansluiting van een passief USB-
opslagmedium zonder eigen voedingsspanning
of de aansluiting van een door Dräger
geleverde USB-kaartlezer
De PulmoVista 500 kan via de MEDIBUS- of
MEDIBUS.X-interface gegevens van de
gespecificeerde Dräger apparaten ontvangen en
ondersteunt de volgende functies:
– Weergave van curven en parametergegevens
– Registratie en opslag van gegevens
Technische gegevens
145
Advertenties
Hoofdstukken
