Advertenties
Werkingsprincipe
Verbetering van de algoritmen voor de
berekening van de C loss LP [%], C loss HP [%]
en RVD
Voor de algoritmen voor de bepaling van de
C loss LP [%] [13] en RVD [14, 15], zoals
beschreven in de publicaties waarnaar in dit
document wordt verwezen, werden meerdere
beperkingen geïdentificeerd. Om deze beperkingen
te verhelpen, werden in de PulmoVista 500 de
volgende verbeteringen geïmplementeerd:
– Tijdens PEEP-manoeuvres is het eind-
expiratoire longvolume (EELI) bij hoge PEEP-
niveaus over het algemeen hoog en bij lage
PEEP-niveaus laag. Tijdens volume
gecontroleerde ventilatie blijft de tidal variatie
(TV) daarentegen constant. Door de berekening
van relatieve impedantieveranderingen ten
opzichte van de basislijn leidt dit tot een afname
van de tidal variaties bij hogere PEEP-niveaus.
Deze zijn echter niet gekoppeld aan
veranderingen in het tidal volume.
Verbetering: De tidal variaties worden met
behulp van een correctiefactor aangepast.
– Voor de C loss LP [%]- en C loss HP [%]-waarden
is kennis van de drukwaarden (EIP, PEEP) vereist,
om de lokale compliantie te kunnen berekenen.
Hiervoor moeten de drukwaarden van het
beademingsapparaat beschikbaar zijn. Dit is
echter vaak niet het geval.
Verbetering: De C loss LP [%]- en
C loss HP [%]-waarden worden ook berekend
als er geen drukwaarden beschikbaar zijn.
Hierdoor kunnen alle manoeuvres worden
beoordeeld die tijdens constante druk
gecontroleerde ventilatie worden uitgevoerd.
– RVD-tijden worden altijd aangegeven als
positieve waarden. Deze worden voor de eerste
tot de laatste pixel vastgesteld. Hierdoor is het
moeilijk om gebieden met snelle en langzame
inspiratie te onderscheiden.
Verbetering: Het globale tijdstip T40glob wordt
afgetrokken van het betreffende T40
zodat de betreffende RVD kan worden
weergegeven als een positieve (= laat) en
negatieve (= vroeg) waarde.
164
OPMERKING
De globale RVD-parameters worden niet beïn-
vloed door deze wijzigingen.
– RVD wordt alleen gebruikt tijdens low-flow-
manoeuvres. Tot nu toe is niet onderzocht, hoe
langzaam de ventilatiedruk moet stijgen tot de
RVD blijvend bruikbare gegevens oplevert.
Verbetering: De RVD kan worden berekend
voor elke spontane ademhaling. Bij de
interpretatie van de RVD moet echter ook met
de toename van de inspiratie rekening worden
gehouden.
– De betreffende PEEP-waarden moeten bekend
zijn om secties automatisch aan de betreffende
PEEP-niveaus toe te kunnen wijzen.
Verbetering: De verschillende PEEP-niveaus
worden indirect bepaald op basis van de
geïdentificeerde EELI-niveaus. Hierdoor
kunnen de secties automatisch worden
gedetecteerd, zelfs als er geen PEEP-waarden
beschikbaar zijn.
– De berekening van C loss LP [%], C loss HP [%]
en RVD in gebieden met zeer kleine tidal
variaties kan zeer foutgevoelig zijn.
Verbetering: Gebieden met een tidal variatie
van minder dan 10 % van de maximale tidal
variatie worden uitgesloten van de berekening.
– Filterinstellingen worden niet beschreven in
elke gepubliceerde analyse. Hierdoor kunnen
deze van geval tot geval variëren, met name in
het geval van het onderdrukken van
hartgerelateerde impedantieveranderingen.
Verbetering: Er worden uniforme
filterinstellingen gebruikt om C loss LP [%],
C loss HP [%] en RVD te berekenen. Een
laagdoorlaatfilter met een grensfrequentie van
80 min
impedantieveranderingen te onderdrukken. Als
de bepaling van de RVD ondanks de filter nog
steeds wordt verstoord door hartgerelateerde
-tijdstip
i
impedantieveranderingen kan de gebruiker een
extra laagdoorlaatfilter configureren, die alleen
betrekking heeft op de bepaling van de RVD.
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n
-1
wordt gebruikt om hartgerelateerde
Advertenties
Hoofdstukken
