Werkingsprincipe
Definitie van kleurschalen en schalen voor de impedantiecurven
Weergaven Standaard en Volledig beeld
en Ptp-analyse weergave
Na de beeldreconstructie worden de voor elke pixel
bepaalde relatieve impedantieveranderingen
m.b.v. een kleurschaal weergegeven. Gebieden
met impedantieveranderingen van minder dan
10 % van de vastgestelde maximale lokale
impedantieverandering worden zwart
weergegeven. Impedantieveranderingen van meer
dan 10 % van de maximale lokale
impedantieverandering worden donkerblauw
weergegeven. Met een toenemende waarde
verandert de donkerblauwe kleur in een lichter
blauw. Witte gebieden geven een maximale lokale
impedantieverandering (d.w.z. 100 %) binnen het
beeld aan.
De kleurschaal wordt continu aangepast
("autoschaling") om de dynamiek van de lokale
ventilatie onafhankelijk van de daadwerkelijke tidal
volumes en andere bio-elektrische
omstandigheden doorlopend te kunnen
weergeven. Daarom zijn in alle eind-inspiratoire
beelden altijd enkele witte gebieden te zien.
Na elke gedetecteerde ademhaling worden de
minima en maxima van de impedantiecurve
bepaald. De kleurschaal en de schalen voor de
impedantiecurven worden op basis van de
bepaalde minimum- en maximumwaarden
aangepast.
Curven worden automatisch geschaald zodat zelfs
kleine impedantieveranderingen worden versterkt.
Dit betekent dat sommige omstandigheden (bijv.
apnoe, erg lage tidal volumes of demping van
curven door filtering) eventueel niet worden
herkend. Om de gebruiker te informeren worden
curven met zeer geringe impedantieveranderingen
in een donkerdere kleur grijs weergegeven.
168
De kleurschema's voor de dynamische en
statusbeelden veranderen niet. Dit maakt een
goede vergelijking mogelijk. Ook de schalen van de
vier lokale impedantiecurven zijn op dezelfde
waarde ingesteld.
Omdat de baseline na elke ademhaling "op nul
wordt gezet" tonen de beelden gewoonlijk alleen
positieve waarden.
De nulpositie van de kleurschaal is altijd zo
gekozen dat 85 % van de schaal voor de weergave
van positieve veranderingen (A) wordt gebruikt. De
eindpunten van de schaal voor positieve en
negatieve impedantieveranderingen hebben
dezelfde helderheid. Voor positieve
impedantieveranderingen (A) wordt echter 85 %
van de kleurschaal gebruikt, terwijl negatieve
impedantieveranderingen (B) worden
gecomprimeerd tot 15 % van de kleurschaal.
Door de autoschaling is een geoptimaliseerde
continue weergave van de ventilatieverdeling
mogelijk, maar de beelden kunnen daardoor niet
voor een kwantitatieve analyse van de ventilatie
worden gebruikt.
Als in de weergave Standaard de referentiefunctie
is geactiveerd, kunnen er twee tidal beelden
worden getoond. De schaalaanpassing van deze
twee beelden is gebaseerd op het tidal beeld met
de kleinere, maximale impedantieverandering.
Deze schaalaanpassing kan leiden tot wit
verzadigde gebieden – hetzij in het tidal
referentiebeeld of in het actuele tidal beeld en het
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n