De patiëntenkabel met de elektroderiem
verbinden (voor volwassenen)
Sluit de patiëntenkabel aan voordat u de
elektroderiem op de patiënt aanbrengt.
1
B
A
1 Sluit clip 1 (A) van de patiëntenkabel op knop 1
(B) van de elektroderiem aan. Zorg ervoor dat
de kabel zoals afgebeeld en zoals op de
elektroderiem aangegeven op de knop zit.
2 Sluit alle andere clips in numerieke volgorde op
de knoppen van de elektroderiem aan. Zorg
ervoor dat de patiëntenkabel van richting
verandert boven elke knop.
C
Het vocht van de huid zorgt doorgaans een paar
minuten na het aanbrengen van de riem voor
voldoende geleiding tussen de huid en de
elektrodes. Als de geleiding niet voldoende is, kan
er elektrodegel of -spray op de zwarte
elektrodeoppervlakken (C) op de elektroderiem
worden aangebracht.
3 Als duidelijk zichtbaar is dat de huid droog is,
wordt aanbevolen elektrodegel of -spray op de
elektrodes aan te brengen voordat de
elektroderiem wordt aangebracht.
Gebruiksaanwijzing PulmoVista 500 SW 1.3n
De elektroderiem op de patiënt aanbrengen
(voor volwassenen)
Mannelijk
16
1 Plaats de elektroderiem met patiëntenkabel ter
hoogte van de 4e tot 5e intercostale ruimte
(linea medioclavicularis) rond de borst van de
patiënt. Plaats de elektroderiem bij vrouwelijke
patiënten ongeveer ter hoogte van de 5e
intercostale ruimte rond de borst.
Zorg voor de juiste links-rechts-oriëntatie van de
elektroderiem. De rode patiëntenkabelpoort dient
zich aan de linkerzijde van de patiënt te bevinden
en de groene patiëntenkabelpoort aan de
rechterzijde.
2 Let erop dat zich de middenmarkering (D) in het
midden van de elektroderiem op de
wervelkolom van de patiënt bevindt.
3 Let erop dat de elektroderiem zodanig is
aangebracht, dat zich de elektrodes 1 en 16 op
een gelijke afstand van het borstbeen bevinden.
Bevestig de elektrodes, indien mogelijk, op een
gelijke afstand tot elkaar. Onregelmatige elektrode-
afstanden beïnvloeden de kwaliteit van het EIT-
gegevens.
In bedrijf stellen
Vrouwelijk
D
55