Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opwarmprogramma (Dekvloerdroging); Omzetting Van De Richtlijn Voor Een Warmtepomp; Verwarmingssysteem - Weishaupt WPM 5.0 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WPM 5.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0

11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging)

11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging)
De opwarming van een dekvloer gebeurt volgens vastgelegde normen en richtlijnen, die
echter aan de eisen van een warmtepomp-verwarmingssysteem aangepast werden.
De activering van de verschillende programma's gebeurt in het menu "
Dekvloerdroging"
).
Tijdens de opwarming geldt het volgende:
De verwarmingscirculatiepomp voor 1ste, 2e en 3e verwarmingskring loopt permanent
Geprogrammeerde verlagingen resp. verhogingen worden genegeerd, er geldt een vaste
hysteresis van ± 0,5 K (onafhankelijk van de configuratie in het menu)
Grenstemperatuur voor de 2e warmtegenerator op +35 °C (onafhankelijk van de configu-
ratie in het menu)
De berekende gewenste temperatuur geldt voor alle stookkringen
van de mengkraan van de 2e/3e stookkring wordt met permanent open aangestuurd
Bij storing van de spanningsonderbreking wordt het gekozen programma alleen onder-
broken. Na spanningsterugkeer of het bevestigen van de storing wordt met de betref-
fende programmastap doorgegaan.
Zijn er geen bijzondere vereisten van de fabrikant, dan wordt het gebruik van het
standaardprogramma droogstoken aanbevolen (max. teruglooptemperatuur 35-
40 °C).
Wordt 3 minuten na het activeren van een opwarmprogramma op geen enkele
toets gedrukt, dan wisselt de displayweergave om de minuut.
In de onderste displayregel worden de actuele opwarmingsstap, gewenste
temperatuur, verstreken en vereiste uren weergegeven.
11.1

Omzetting van de richtlijn voor een warmtepomp-

verwarmingssysteem

De richtlijn gaat van volledige dagen uit waarvoor telkens een vastgelegde temperatuur be-
reikt of behouden moet worden.
Bij een hoog vochtgehalte van de dekvloer worden de vastgelegde temperatuur vaak niet in
de voorgeschreven periode bereikt. Voor een voldoende opwarming is echter het naleven
van het temperatuurniveau voor een bepaalde duur absoluut vereist.
Daarom worden de beschreven dagen uit de norm in programmastappen omgezet, een pro-
grammastap komt hierbij overeen met de combinatie uit het aantal dagen resp. uren en de
bijbehorende temperatuur.
Afhankelijk van de verhouding van verwarmingsvermogen van de warmtepomp en
verwarmde woonoppervlakte kunnen de opgegeven minimale opwarmtijden ook
duidelijk overschreden worden omdat het vereiste minimum aantal uur pas na het
bereiken van de gewenste temperatuur opgeteld wordt.
De betreffende normen en richtlijnen beschrijven telkens de vertrektemperatuur van het ver-
warmingssysteem. Voor de regeling van de warmtepomp is de teruglooptemperatuur door-
slaggevend.
Voor het opwarmprogramma moet de max. teruglooptemperatuur ingevoerd
worden. Deze resulteert uit de max. vertrektemperatuur min het
temperatuurverschil (bijv. 7 K).
66-76
Speciale functies -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave