Parameter
6.1
Stookcurve eindpunt
(-20°C)
6.2
Regeling vaste waarde
gew. teruglooptemp.
6.3
Ruimtereg. gewenste
ruimtetemp.
6.5
Teruglooptemp.
min. verwarming
6.6
Teruglooptemp.
min. verwarming manueel
6.7
Teruglooptemp.
max. verwarming
6.8
Teruglooptemp.
max. verwarming manueel
6.9
Teruglooptemp.
max. verwarming
automatisch
6.10
Mengkr. hysteresis
6.11
Mengkr. looptijd
6.12
Ruimtereg.
grenstemperatuur
6.13
Ruimtereg.
hysteresis onder
6.14
Ruimtereg.
hysteresis boven
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
5 Vakmanniveau
5.14
1ste stook-/koelkring
1ste stook-/
koelkring
Instelling
Het stookcurve-eindpunt moet conform de dimensionering van de
warmtepompverwarmingsinstallatie ingesteld worden. Hierbij
moet de maximale gewenste teruglooptemperatuur ingevoerd
worden, die gebaseerd op de berekende maximale vertrektempe-
ratuur min het temperatuurverschil in het verwarmingssysteem
(spreiding) berekend wordt.
Instelling van de gewenste teruglooptemperatuur bij gekozen vas-
tewaarderegeling
Instelling van de gewenste ruimtetemperatuur en van het I-aan-
deel bij gekozen ruimtetemperatuurregeling
Instelling van de minimale gewenste teruglooptemperatuur voor
de verwarmingsmodus. Bij geactiveerde ruimteregeling kan geko-
zen worden of de minimale gewenste teruglooptemperatuur zich
automatisch aan de ingestelde gewenste ruimtetemperatuur aan-
past.
Voor oppervlakte- en radiatorverwarmingssystemen zijn verschil-
lende maximale temperaturen toegestaan. De bovenste begren-
zing van de gewenste teruglooptemperatuur kan tussen 25 °C en
70 °C ingesteld worden.
De hysteresis van de mengkraan vormt de neutrale zone voor het
gebruik van de 1ste verwarmings-/koelkring. Wordt de gewenste
temperatuur plus hysteresis bereikt, volgt een mengkraan-toe-
signaal. Wordt de gewenste temperatuur min hysteresis onder-
schreden, volgt een mengkraan-open-signaal.
Afhankelijk van de gebruikte mengkraan is de looptijd tussen de
eindstanden OPEN en TOE verschillend. Om een optimale tem-
peratuurregeling in de 1ste verwarmings-/koelkring te bereiken,
moet de mengkraanlooptijd ingesteld worden.
Onder de ingestelde grenstemperatuur wordt bij een geactiveerde
Smart-Grid-functie met een lager ingestelde gewenste ruimtetem-
peratuur voor een oververhitting geen rekening gehouden.
Om het onnodig openen/sluiten van de instelventielen te verhin-
deren, is het mogelijk om de hysteresis voor het openen en sluiten
van de instelventielen afhankelijk van de gewenste ruimtetempe-
ratuur aan de werkelijke ruimtetemperatuur aan te passen.
34-76
Instelbereik
20 ... 30 °C ... 70
Min. gew. temp.
... 40 °C ... 60
15.0 ... 20.0 °C ... 30.0
manueel / automatisch
minimaal ... 20 °C ... 30
manueel / automatisch
minimaal ... 50 °C ... 70
1 ... 10 K ... 20
0.5 ... 2.0 K ... 5.0
1 ... 4 minuten ... 6
15 ... 19 °C ... 30
0.0 ... 0.3 K ... 2.0
0.0 ... 0.8 K ... 2.0