Inhoudsopgave
Advertenties
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
9 Programmabeschrijving
Basisfunctie:
De temperatuur in de regeneratieve boiler wordt geregistreerd en met de vertrektemperatuur
van de betreffende vraag (warm water, verwarming of zwembad) vergeleken. Ligt de tempe-
ratuur boven de onderaan vermelde voorwaarden, wordt de warmtepomp geblokkeerd, de
regeneratieve boiler als 2e warmtegenerator gebruikt en de bivalente mengkraan aange-
stuurd.
Blokkering door verwarmingsvraag:
Ligt de temperatuur in de boiler 2-20 K hoger dan de actuele vertrektemperatuur, dan wordt
bij een verwarmingsvraag de warmtepomp geblokkeerd. De vrijgave vindt pas dan opnieuw
plaats al het verschil tussen regeneratieve boiler en vertrek minder dan de helft van de scha-
kelwaarde bedraagt.
Bij zonnesysteemintegratie moet de instelbare overtemperatuur op de maximale
waarde ingesteld worden om het pulseren van de warmtepomp te verhinderen.
Blokkering door warmwatervraag:
Ligt de temperatuur in de boiler 2-5 K hoger dan de actuele warmwatertemperatuur, dan
wordt bij een warmwatervraag de warmtepomp geblokkeerd. De vrijgave vindt pas dan op-
nieuw plaats al het verschil tussen regeneratieve boiler en warm water minder dan de helft
van de schakelwaarde bedraagt.
Blokkering door zwembadvraag:
Is de temperatuur in de boiler hoger dan 35 °C (waarde is in het menu - Instellingen -
2e warmtegenerator overtemperatuur van 10-50 °C instelbaar) wordt bij een voorhande
zwembadvraag de warmtepomp geblokkeerd. De vrijgave vindt pas plaats als de tempera-
tuur in de parallelle buffer opnieuw 5K onder de schakeltemperatuur ligt.
Zodra een van de drie beschreven blokkeringen voorhanden is, wordt de warmtepomp ge-
blokkeerd, weergave op het display: WP wacht, blokkering BR. De uitgang
2e warmtegenerator wordt niet aangestuurd.
Mengkraanaansturing:
Is er geen blokkering via bivalent-regeneratief, dan wordt de mengkraan continu TOE ge-
stuurd.
Is er een blokkering bivalent-regeneratief wegens warm water of zwembad, dan wordt de
mengkraan continu OPEN gestuurd.
Is er een blokkering bivalent-regeneratief wegens verwarming, dan wordt de mengkraanre-
geling actief.
9.4
Vermogensregeling
De warmtepompmanager definieert maximaal 3 vermogensniveaus L1, L2 en L3 die hij
afhankelijk van de warmtebehoefte omschakelt. Bij stijgende warmtebehoefte wordt naar
het volgende hogere, bij dalende warmtebehoefte wordt naar het volgende lagere
vermogensniveau omgeschakeld.
L1:
warmtepomp loopt met een compressor
L2:
warmtepomp loopt met twee compressoren
L3:
warmtepomp loopt en 2e warmtegenerator actief (niet bij monovalente installaties)
58-76
Advertenties
Inhoudsopgave
