Pagina 1
Bedieningshandleiding Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Warmtepompmanager WPM 5.0 ּ 83316807 1/2019-10...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 1 Gebruikersinstructies Gebruikersinstructies Algemeen Bij de installatie, het gebruik en het onderhoud moet de montage- en gebruiksaanwijzing in acht genomen worden. Dit toestel mag alleen door een vakman geïnstalleerd en gerepa- reerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 2 Bediening Bediening De warmtepompmanager is nodig voor het gebruik van lucht-, grond- en water-/water-warm- tepompen. Hij regelt een bivalente, monovalente of mono-energetische warmtepompverwar- mingsinstallatie en bewaakt de veiligheidsorganen van de koelkring. De warmtepompmana- ger is afhankelijk van het warmtepomptype in de behuizing van de warmtepomp ingebouwd of wordt als aan de muur gemonteerde regelaar met de warmtepomp geleverd en zorgt voor de regeling van de warmtegebruiksinstallatie alsook de warmtebroninstallatie.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 3 Favorietenniveau Favorietenniveau Keuze van de bedrijfsmodus. De bedrijfsmodus "automatisch" Automatisch Bedrijfsmodus kan alleen Zomer worden gekozen als in het vakmanniveau de buitentempera- Winter tuurafhankelijke omschakeling van de bedrijfsmodus wordt geac- Party tiveerd. Vakantie 2e warmtegenerator Koelen Duur van een partymodus in uur.
Pagina 10
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 3 Favorietenniveau Instelling van de tijden waarin een verhoging voor de 2e verwar- Verhogings- 00:00 ... 23:59 mingskring moet plaatsvinden. tijd 1 Ma ... Zo Verhogings- 00:00 ... 23:59 tijd 2 Ma ... Zo Instelling van de verschilwaarde waarmee de verwarmingscurve Verhog.waarde...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Gebruikersniveau Informatie 4.1.1 Systeem Info Systeem Informatie Beschrijving De buitentemperatuur wordt onder andere voor de berekening van de gewenste terugloop- Buitentemp. temperatuur, voor de vorstbeveiligingsfunctie en voor de ontdooiing gebruikt. Geeft aan of en van welke verwarmings-/koelkring een verwarmings-/koelaanvraag Verwarming/koeling bestaat.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau 4.1.3 Koeling Passieve Info koeling Informatie Beschrijving Weergave van de gemeten vertrektemperatuur aan het passieve koelstation tijdens de Vertrektemp. koelmodus. Weergave van de gemeten teruglooptemperatuur aan het passieve koelstation tijdens de Teruglooptemp. koelmodus. 4.1.4...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau 4.1.6 Warmtepomp Warmte- Info pomp Informatie Beschrijving Geeft de actuele status van de warmtepomp weer. Uit, verwarming, warm water, zwembad, Status koelen, ontdooien, debietcontrole, bedrijfsmodusomschakeling, blokkering Weergave van de gemeten vertrektemperatuur. Deze temperatuur wordt voor de vorstbe- Vertrektemp.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau 1ste verwarmings-/koelkring 1ste stook-/ koelkring Bij de ingebruikname wordt de verwarmingscurve conform de plaatselijke en bouwkundige omstandigheden aangepast. Deze verwarmingscurve kan met de warmer-/koeler-pijltoetsen in de hoofdweergave aan de individuele temperatuurwensen aangepast worden. Met de plus-toets wordt de temperatuur verhoogd, de balkindicatie beweegt naar rechts.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Instelling Beschrijving Instelbereik Instelling van de gewenste teruglooptemperatuur bij gekozen Dynamische koeling dynamische koeling. Afhankelijk van de buitentemperatuur wordt de gewenste terugloopwaarde lineair aangepast. Daarvoor dient 10 ... 15 °C ... 30 Blokk.tijd 1 een curve die bij twee bepaalde bedrijfspunten ingesteld wordt.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Warm water Warm water De warmtepompmanager bepaalt automatisch de maximaal mogelijke warmwatertempera- tuur in de warmtepompmodus. De gewenste warmwatertemperatuur kan in het menu "Warm water - Gewenste WW-temp." ingesteld worden. Omdat de bereiding van sanitair warm water met hoge vertrektemperaturen gebeurt en daardoor hoge energiekosten kunnen ontstaan, wordt aangeraden om de bereiding van sanitair warm water aan het gebruiksgedrag aan te passen.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Circulatie In het menupunt "Warm water - Circulatie" kan de aansturing van de circulatiepomp gepro- grammeerd worden. Er kunnen maximaal twee tijdvensters vastgelegd worden. Aan elke weekdag kunnen maximaal twee circulatietijden toegewezen worden. Overschrijdende vra- gen worden telkens bij dagwissel geactiveerd of gedeactiveerd.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Zwembad Zwembad Instelling Beschrijving Instelbereik Instelling van de gewenste zwembadtemperatuur. Gewenste temp. 5 ... 25 °C ... 60 Instelling van de tijdprogramma's voor het blokkeren van de Blokk.tijd zwembadbereiding. Instelling van de tijden waarin een zwembadblokkering moet Blokk.tijd 1...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Instelling Beschrijving Looptijd 2e warmtegenerator 2e warmtegen. De looptijd kan gereset worden. De totale looptijd kan niet gereset worden. 2e warmtegen. totaal Looptijd verwarmingscirculatiepomp Stookkringpomp De looptijd kan gereset worden. De totale looptijd kan niet gereset worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Instelling Beschrijving Weergave van de afgegeven warmtehoeveelheid van de warmtepomp tijdens de bedrijfs- Warm water modus warm water. De warmtehoeveelheid kan gereset worden. De warmtehoeveelheid warm water kan gereset worden. De totale warmtehoeveelheid verwarmen kan niet gereset worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau 4.10 Instellingen Instellingen Parameter Instelling Instelbereik Instelling van de gewenste taal. Afhankelijk van de softwareversie staan niet alle ver- Deutsch melde talen ter beschikking. English Français Nederlands Taal Italiano Svenska Dansk Magyar Český Slovenský...
Pagina 22
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 4 Gebruikersniveau Parameter Instelling Instelbereik Protocol Met de instelling protocol wordt het type van de inge- bouwde interface en tegelijk het overdrachtprotocol vast- MODUS RTU gelegd. EIB / KNX MODBUS TCP Netwerk Adres Bij gebruik van modbus moet aan elk in het net voorhan- den eindapparaat een adres toegewezen worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Vakmanniveau Systeem Info Systeem Parameter Beschrijving De buitentemperatuur wordt onder andere voor de berekening van de gewenste terugloop- 1.1.1 temperatuur, voor de vorstbeveiligingsfunctie en voor de ontdooiing gebruikt. Buitentemp. Geeft aan of en van welke verwarmingskring een verwarmingsvraag bestaat. Ook als een 1.1.2...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Beschrijving Weergave van de gemeten vochtigheid van de ruimte, bij gebruik van een ruimtekli- 1.2.6/1.3.6/1.4.6 maateenheid of RTM Econ. Ruimtevochtigheid Weergave van de gewenste ruimtetemperatuur. 1.2.7/1.3.7/1.4.7 Gewenste ruimtetemp. Weergave van de gemeten ruimtetemperatuur bij gebruik van een ruimteklimaateenheid, 1.2.8/1.3.8/1.4.8...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Warmtepomp Warmte- Info pomp Parameter Beschrijving Geeft de actuele status van de warmtepomp weer. Uit, verwarmen, warm water, zwembad, 1.8.1 koelen, ontdooien, debietcontrole, bedrijfsmodusomschakeling, blokkering Status Weergave van de gemeten teruglooptemperatuur 1.8.2 Teruglooptemp. Weergave van de gemeten vertrektemperatuur. Deze temperatuur wordt voor de vorstbe- 1.8.3...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Foutgeschiedenis Fouten- Info historiek Bij storingen wordt de warmtepomp geblokkeerd. Bij bivalente installaties zorgt de tweede warmtegenerator voor de verwarming en de bereiding van sanitair warm water. Bij mono- energetische installaties wordt de bereiding van sanitair warm water gestopt. De dompel- weerstand behoudt de minimaal toegestane teruglooptemperatuur.
Pagina 27
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Fout- Fout Melding maatregel code Warm water Warmwatertemperaturen in de warmtepompmodus onder • Debiet warmwatercirculatie- 35 °C pomp te gering • Terugslagklep verwarming defect • Warmwatervoeler controle- Last compressor Draairichting verkeerd • Draaiveld controleren Fase-uitval •...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Blokkeringsgeschiedenis Info Blokk.historiek Blokke- rings- Blokkering Korte beschrijving code Functiecontrole De controlefunctie werd door een gebruiker geactiveerd. Systeemcontrole De systeemcontrole werd door een gebruiker gedurende ca. 24 uur geactiveerd. Vertraging De vertragingstijd beschermt de warmtepomp tegen een snelle temperatuurwisse- bedrijfsmodusomschakeling ling van een koel- en warmwatervraag.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Versieoverzicht Versie- Info overzicht Parameter Beschrijving Weergave van het warmtepomptype. 1.9.1 Warmtepomptype Weergave van de warmtepompcode. 1.9.2 Warmtepomp code Weergave van de warmtepompmanagersoftwareversie. 1.9.3 WPM Software Weergave van de warmtepompmanager-BIOS-versie. 1.9.4 WPM BIOS Weergave van de warmtepompmanager-BOOT-versie.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau 5.10 Systeemfunctie Systeem- functies Parameter Instelling Instelbereik Instelling of een bedrijfsmodusomschakeling automatisch moet plaatsvinden. Automatische Ja / Nee bedrijfsmodus- omschakeling Bij activering van de buitentemperatuurafhankelijke bedrijfsmo- dusomschakeling wordt afhankelijk van een instelbare grenstem- Bedrijfsmodus peratuur de bedrijfsmodus automatisch gewijzigd.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Met deze instellingen kan de op het typeplaatje gedrukte 4-cijfe- rige warmtepompcode gecorrigeerd worden. Warmtepompen code Instelling van de onderste toepassingsgrens voor het gebruik van de warmtebron grondwater of gebruik van restwarmte via de tus- Vorstbev.
Pagina 32
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Deze instelling geeft het gedrag van de 2e warmtegenerator tij- dens een energiebedrijfsblokkering (onderbreking van de voe- EVB-blokk. vrijgave dingsspanning) weer. Vermogensniveau 3: De 2e warmtegenerator wordt tijdens de energiebedrijfsblokkering alleen in het vermogensniveau 3 vrijge- Vermogensniveau 3 geven.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau 5.13 Verwarmen/koelen Verwarming/ Koeling Parameter Instelling Instelbereik De hysteresis van de gewenste teruglooptemperatuur vormt de neutrale zone voor de verwarmingsmodus van de warmtepomp. Verwarming hysteresis Wordt de "gewenste teruglooptemperatuur plus hysteresis" gew. teruglooptemp. 0.5 … 2.0 K … 5.0 bereikt, dan schakelt de warmtepomp uit.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau 5.14 1ste stook-/koelkring 1ste stook-/ koelkring Parameter Instelling Instelbereik Het stookcurve-eindpunt moet conform de dimensionering van de warmtepompverwarmingsinstallatie ingesteld worden. Hierbij Stookcurve eindpunt moet de maximale gewenste teruglooptemperatuur ingevoerd (-20°C) 20 … 30 °C … 70...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Er kan ingesteld worden of bij ruimteregeling de voor de meng- 6.15 kraan benodigde vertrektemperatuur automatisch, via de vastge- Ruimtereg. vertrek manueel/ automatisch stelde spreiding van het systeem of manueel, via een vaste 6.16...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Voor oppervlakte- en radiatorverwarmingssystemen zijn verschil- 7.7/8.7 lende maximale temperaturen toegestaan. De bovenste begren- Gew. teruglooptemp./ zing van de gewenste temperatuur kan tussen 25 °C en 70 °C gew. vertrektemp. ingesteld worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Instelling van de gewenste warmwatertemperatuur. 30 ... 50 °C … 85 Gewenste temp. Instelling van de gewenste warmwatertemperatuur, die ook tij- 0 ... 10 °C ... dens een actieve warmwaterverlagingstijd behouden of een Minimumtemp.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Instelling of het gebruik van restwarmte bij koeling afhankelijk van 10.6 de schakeltoestand thermostaat of in continubedrijf gebeurt. Nee / Ja Gebruik restwarmte koeling Met de instelling reset ja worden de vastgestelde maximale 10.7...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Instelling van de vertrektijd van de secundaire pomp voor de compressor start. 10 … 60 s … 420 Pompvertrek secund. pomp Instelling van de nalooptijd van de secundaire pomp na uitschakelen 0 …...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau 5.21.4 Systeemcontrole Spec. Systeem- functies controle Parameter Instelling Instelbereik Systeemcontrole van pompen en mengkraan 14.4 Systeemcontrole Door activering van deze functie worden gedurende een tijd van 14.4.1 24 uur de pompen van de primaire zijde permanent ingeschakeld.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 5 Vakmanniveau Parameter Instelling Instelbereik Instellen van het temperatuurverschil tussen twee stappen in de 15.5.4 opwarmingsfase. 1 … 5K … 10 Verschiltempera- tuur opwarmen Instellen van het temperatuurverschil tussen twee stappen in de 15.5.5 afkoelfase. Verschiltempera- 1 …...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 6 Inbedrijfstellingsassistent Inbedrijfstellingsassistent Inbedrijfstellings- modus De inbedrijfstellingsassistent leidt u automatisch door de instellingen van alle voor het ge- bruik relevante installatie-instellingen. De ter beschikking staande menupunten richten zich naar het gebruikte warmtepomptype en de hardware. De inbedrijfstellingsassistent moet vol- ledig uitgevoerd en afgesloten worden.
Pagina 47
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 6 Inbedrijfstellingsassistent Parameter Beschrijving Instelbereik Welke hardware wordt voor de ruimteregeling verwarmen gebruikt? RTM Econ 1ste RTH ECon stookkring Ruimtereg. Welke regelingsmogelijkheid moet voor de 1ste koelkring gebruikt worden? 1ste • Vaste waarde: teruglooptemperatuurregeling via een vaste waarde...
Pagina 48
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 6 Inbedrijfstellingsassistent Parameter Beschrijving Instelbereik Hoeveel RTM Econ worden voor de 3e kring gebruikt? 3e kring 1 … 10 aantal RTM Econ Gebeurt met de warmtepomp een zwembadopwarming? Wordt daarvoor een Zwembad Voeler thermostaat of een voeler gebruikt?
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 7 Energie-efficiënte werking Energie-efficiënte werking Gebeurt de verwarmingsmodus afhankelijk van de buitentemperatuur, dan berekent de warmtepompmanager uit de ingestelde verwarmingscurve en de actuele buitentemperatuur een gewenste teruglooptemperatuur. De verwarmingscurve moet op de berekende maximale teruglooptemperatuur van het verwar- mingssysteem ingesteld worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 7 Energie-efficiënte werking Voorwaarden: Voor installaties met stille koeling wordt voor de ruimtetemperatuurregistratie de ruimte- klimaateenheid of de referentieruimteregelaar RTH Econ/RTM Econ gebruikt, voor alle andere moet een extra ruimtevoeler (R13) aan de analoge ingang X3/R13 aangesloten worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 8 Bereiding van sanitair warm water Bereiding van sanitair warm water Voor de bereiding van sanitair warm water moeten boilers met voldoende grote warmtewis- selaaroppervlaktes ingezet worden die in staat zijn om het maximale verwarmingsvermogen van de warmtepomp permanent over te brengen.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 8 Bereiding van sanitair warm water Bijverwarming Bijverwarming betekent dat de warmtepomp de bereiding van sanitair warm water tot het be- reiken van de WP-maximum temperatuur overneemt. Daarna neemt een bijkomende warm- tegenerator de bereiding van sanitair warm water over tot het bereiken van de gewenste warmwatertemperatuur.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving Programmabeschrijving Grenstemperatuur De buitentemperatuur waarbij de warmtepomp de warmtebehoefte nog net dekt, wordt grenstemperatuur 2e warmtegenerator of ook bivalentiepunt genoemd. Dit punt is geken- merkt door de overgang van het zuivere warmtepompbedrijf naar het bivalente bedrijf samen met dompelweerstand of verwarmingsketel.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving Voor mono-energetische en monovalente installaties wordt tijdens een energiebedrijfsblok- kering de 2e warmtegenerator algemeen geblokkeerd. De instelling van de energiebedrijfs- blokkering is verborgen. Voor een externe blokkering van het warmtepompbedrijf die na max. 2 uur niet automatisch teruggezet wordt, moet de externe blokkeringsingang (contact X3/A2) gebruikt worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving 9.3.4 Glijdend geregelde verwarmingsketel In tegenstelling tot een constant geregelde ketel levert de glijdend geregelde ketel direct de met de buitentemperatuur overeenkomende verwarmingswatertemperatuur. Het 3-wegom- schakelventiel heeft geen regelfunctie, maar alleen de taak om de verwarmingswaterstroom afhankelijk van de bedrijfsmodus langs de ketelkring of door de ketel uit te voeren.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving Basisfunctie: De temperatuur in de regeneratieve boiler wordt geregistreerd en met de vertrektemperatuur van de betreffende vraag (warm water, verwarming of zwembad) vergeleken. Ligt de tempe- ratuur boven de onderaan vermelde voorwaarden, wordt de warmtepomp geblokkeerd, de regeneratieve boiler als 2e warmtegenerator gebruikt en de bivalente mengkraan aange- stuurd.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving Na de inbedrijfstelling of na een spanningsuitval start de warmtepompmanager altijd in het vermogensniveau L1. Tijdens de ontdooiing, zwembadwaterbereiding, warmwatervraag alsook tijdens een energiebedrijfsblokkering worden de vermogensniveaus niet omgedefinieerd. 9.4.1 Warmtepompen met een compressor Criteria voor de omschakeling: van L1 naar L3 als de warmtepompmanager langer dan 60 min.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving M.b.t. het vermogensniveau gedraagt de hogetemperatuurwarmtepomp zich in dit tempera- tuurbereik als een 1-compressorwarmtepomp, onafhankelijk van de keuze in het menu con- figuratie, d.w.z. dat er geen vermogensniveau 2 is. Zijn de in genoemde voorwaarden voor het omschakelen naar het vermogensniveau 3 ver- vuld, dan wordt de 2e warmtegenerator vrijgegeven.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving 9.6.2 Verwarmingscirculatiepomp Pompbesturing - Voor de verwarmingscirculatiepomp (M13, M15, M20) wordt in het menu " optimalisatie verwarmingspomp " een buitentemperatuurafhankelijke verwarmingspompopti- malisatie ingesteld. Bij het onderschrijden van de gekozen grenstemperatuur is de verwarmingspompoptimalisa- tie inactief. De verwarmingscirculatiepompen zijn, behalve bij warmwater-, zwembadwater- Zomer bereiding en in de bedrijfsmodus "...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving 9.6.5 Additionele circulatiepomp De uitgang additionele circulatiepomp (M16) is configureerbaar om een parallel bedrijf van de additionele circulatiepomp met de compressor van de warmtepomp te bereiken. Een con- figuratie na verwarmings-, warmwater- en zwembadbereiding is mogelijk. Deze loopt boven- dien als de minimale systeemtemperaturen onderschreden worden.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving Gebouwbeheersysteem Voor een integratie van de warmtepomp aan een gebouwbeheersysteem staan vanaf soft- wareversie L09 twee mogelijkheden ter beschikking. Overdracht van de opgegeven waarden met interface via de BMS (Building Management System). Hiervoor staan verschillende protocollen en interfaces ter beschikking.
Pagina 64
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 9 Programmabeschrijving Vermogensniveaus Een beïnvloeding van de vermogensniveaus (L) gebeurt via de digitale ingangen N1-J5/ID1 en N1-J5/ID2. In de tabel wordt een overzicht van de vermogensniveauschakeling gegeven. Vermogensniveau N1-J5/ID1-X3/G N1-J5/ID2-H§/G Trap L1 gesloten geopend Trap L2...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 10 Inbedrijfstelling van lucht/water-warmtepompen 9.7.3 Blokkering extern De warmtepomp kan via de digitale ingang N1-J5/ID4-X3/G (blokkering extern) voor een van de volgende functies geblokkeerd of vrijgegeven worden: Vorstbeveiliging - Warmtepomp behoudt minimale systeemtemperaturen, warmwater- en zwembadbe-...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging) 11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging) De opwarming van een dekvloer gebeurt volgens vastgelegde normen en richtlijnen, die echter aan de eisen van een warmtepomp-verwarmingssysteem aangepast werden. Speciale functies - De activering van de verschillende programma's gebeurt in het menu "...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging) 11.2 Functieverwarming volgens DIN EN 1264-4 Dit programma geldt als functiecontrole voor vloerverwarmingen en wordt volgens de voor- geschreven ligtijd van de dekvloer uitgevoerd. Hieruit moeten eventuele gebreken aan de dekvloer en aan de vloerverwarming blijken.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging) 11.3.2 Standaardprogramma bezettingsverwarming Dit programma bestaat uit 8 stappen en is in de regel voor alle vloerverwarmingssystemen geschikt. Vóór de activering moet de maximaal toegestane teruglooptemperatuur, bijv. 32 °C, ingevoerd worden. Stap 1-4:...
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 11 Opwarmprogramma (dekvloerdroging) 11.3.3 Individueel programma bezettingsverwarming Dit programma laat volgende instellingen toe: Verschiltemperatuur opwarmen: Uitgaand van de begintemperatuur 20 °C tot de ingestelde maximumtemperatuur wordt met elke programmastap de gewenste temperatuur met het ingestelde verschil verhoogd.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/ 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/koeling 12.1 Actieve koeling 12.1.1 Warmtepompen zonder additionele warmtewisselaar De koude-opwekking gebeurt actief door procesomkering van de warmtepomp. Via een in- tern 4-weg-omschakelventiel gebeurt de omschakeling van de koelkring van verwarmings- naar koelmodus.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/ 12.2 Passieve koeling Grondwater en bodem zijn op grote dieptes in de zomer duidelijk kouder dan de omgevings- temperatuur. Een in de grondwater- resp. glycolwaterkring ingebouwde plaatwarmtewisse- laar draagt het koelvermogen over naar de verwarmings-/koelkring. De compressor van de warmtepomp is niet actief en staat daarom voor de bereiding van sanitair warm water ter be- schikking.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/ 12.3.3 Circulatiepompen in de koelmodus Bij een warmtepomp-verwarmingssysteem wordt reeds in de voorconfiguratie van de betref- fende stookkringen vastgelegd welke circulatiepompen in welke bedrijfsmodus geactiveerd of gedeactiveerd worden. De verwarmingscirculatiepomp van de 1ste stookkring (M14) is in de koelmodus niet actief als zuiver stille koeling geconfigureerd is.
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/ 12.4 Ruimtetemperatuurregeling Verwarmingstechnische installaties worden in de regel met automatisch werkende inrichtin- gen voor de ruimtegewijze regeling van de ruimtetemperatuur uitgerust. In de verwarmingsmodus registreren de ruimtethermostaten de actuele temperatuur en ope- nen bij onderschrijding van de ingestelde gewenste temperatuur het regelorgaan (bijv.
Pagina 74
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/ 74-76 452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei...
Pagina 75
Bedieningshandleiding Warmtepompmanager WPM 5.0 12 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarming/ 75-76 452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei...
Pagina 76
Weishaupt n.v. · Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders tot 570 kW Wandhangende condensatieketels voor gas tot 240 kW De miljoenenmaal beproefde compacte bran- ders zijn zuinig en betrouwbaar.