452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
1 Gebruikersinstructies
1
Gebruikersinstructies
1.1
Algemeen
Bij de installatie, het gebruik en het onderhoud moet de montage- en gebruiksaanwijzing in
acht genomen worden. Dit toestel mag alleen door een vakman geïnstalleerd en gerepa-
reerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker
ontstaan. Volgens de geldende bepalingen moet de montage- en gebruiksaanwijzing altijd
beschikbaar zijn en moet deze bij werkzaamheden aan het toestel ter kennisneming aan de
vakman overhandigd worden. We verzoeken u daarom om de montage- en gebruiksaanwij-
zing bij het veranderen van woning aan de volgende huurder of eigenaar te overhandigen.
Bij zichtbare schade mag het toestel niet aangesloten worden. In dit geval absoluut bij de le-
verancier navragen. Zorg ervoor dat alleen originele reserveonderdelen gebruikt worden om
gevolgschade te vermijden. Milieurelevante eisen m.b.t. terugwinning, recyclage en verwij-
dering van afvalstoffen en componenten volgens de gebruikelijke normen dienen te worden
nageleefd.
1.2
Voorschriften en veiligheidsvoorschriften!
Binnen het toestel mogen instelwerkzaamheden alleen door een geautoriseerde installa-
teur uitgevoerd worden.
De warmtepompmanager mag alleen in droge ruimtes met temperaturen tussen 0 °C en
35 °C gebruikt worden. Een bedauwing is niet toegestaan.
Voor het waarborgen van de vorstbeveiligingsfunctie van de warmtepomp mag de warm-
tepompmanager niet spanningsvrij geschakeld worden en moet deze van stroom voor-
zien zijn.
1.3
Symbolen
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
6-76
Direct gevaar met hoog risico.
Niet naleven leidt tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.
Gevaar met gemiddeld risico.
Niet naleven kan tot milieuschade, ernstig
lichamelijk letsel of de dood leiden.
Gevaar met gering risico
Niet naleven kan tot materiële schade of licht
tot middelzwaar lichamelijk letsel leiden.
Belangrijke opmerking