Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hysteresis; Aansturing Van De Circulatiepompen; Vorstbeveiliging - Weishaupt WPM 5.0 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WPM 5.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

LET OP
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
9 Programmabeschrijving
M.b.t. het vermogensniveau gedraagt de hogetemperatuurwarmtepomp zich in dit tempera-
tuurbereik als een 1-compressorwarmtepomp, onafhankelijk van de keuze in het menu con-
figuratie, d.w.z. dat er geen vermogensniveau 2 is.
Zijn de in genoemde voorwaarden voor het omschakelen naar het vermogensniveau 3 ver-
vuld, dan wordt de 2e warmtegenerator vrijgegeven.
9.5

Hysteresis

In het menu kan voor verschillende vragen de zogenaamde hysteresis ingesteld worden. De
hysteresis vormt een "neutrale zone" rond de betreffende gewenste temperatuur. Is de actu-
ele temperatuur lager dan de met de hysteresis verlaagde gewenste temperatuur, dan wordt
een vraag herkend. Deze blijft zolang bestaat tot de actuele temperatuur de bovenste grens
van de neutrale zone overschreden heeft. Daaruit ontstaat een schakelcyclus rond de ge-
wenste waarde.
Hysteresis gewenste teruglooptemperatuur
Voor de verwarmingsvraag kan een hysteresis rond de gewenste teruglooptemperatuur in-
gesteld worden.
Is de hysteresis groot, dan loopt de warmtepomp langer, waarbij de temperatuurschomme-
lingen in de terugloop overeenkomstig groot zijn. Bij kleine hysteresis verminderen de com-
pressorlooptijden en de temperatuurschommelingen zijn geringer.
Bij oppervlakteverwarmingen met relatief vlakke curves moet een hysteresis van
ca. 1 K ingesteld worden omdat een te grote hysteresis het inschakelen van de
warmtepomp kan verhinderen.
9.6

Aansturing van de circulatiepompen

Door de aansturing van de verwarmings-, warmwater- of zwembadcirculatiepomp wordt be-
paald naar waar de door de warmtepomp opgewekte warmte moet stromen. De gescheiden
bewerking van verschillende vragen maakt het mogelijk om de warmtepomp altijd met de mi-
nimaal mogelijke vertrektemperatuur te gebruiken om zo een energie-efficiënt gebruik te ga-
randeren.
Bij warmtepompen voor het verwarmen en koelen kunnen bijkomende koelcirculatiepompen
aangestuurd worden.
Pompbouwgroepen met terugslagkleppen zorgen voor gedefinieerde
stromingsrichtingen.
In de bedrijfsmodus zomer loopt de verwarmingspomp om de 150 uur gedurende
1 minuut (zo wordt verhinderd dat de verwarmingspomp aan het begin van de
verwarmingsperiode klemt).
9.6.1

Vorstbeveiliging

Onafhankelijk van de instellingen van de verwarmingscirculatiepomp lopen deze altijd bij
verwarmen, ontdooien en bij vorstgevaar. Bij installaties met meerdere stookkringen heeft
de 2e/3e verwarmingscirculatiepomp dezelfde functie.
Voor het waarborgen van de vorstbeveiligingsfunctie van de warmtepomp mag de
warmtepompmanager niet spanningsvrij geschakeld worden en moet deze van
stroom voorzien zijn.
60-76

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave