Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

2E Warmtegenerator - Weishaupt WPM 5.0 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WPM 5.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameter
3.3
Warmtepompen code
3.4
Vorstbev.
3.5
Primaire pomp M11
3.6
Primaire pomp M11
manueel
Parameter
4.1
Grenstemperatuur
parallel
4.2
Grenstemperatuur
alternatief
4.3
Bedrijfsmodus
4.4
Mengkr. looptijd
4.5
Mengkr. hysteresis
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
5 Vakmanniveau
Instelling
Met deze instellingen kan de op het typeplaatje gedrukte 4-cijfe-
rige warmtepompcode gecorrigeerd worden.
Instelling van de onderste toepassingsgrens voor het gebruik van
de warmtebron grondwater of gebruik van restwarmte via de tus-
senwarmtewisselaar. Afhankelijk van het warmtepomptype kan
het gebruiksbereik (glycolwater) van de warmtebron indien nodig
uitgebreid worden. In dit geval moet de minimale concentratie gly-
colwater op 30 % worden aangepast.
Instelling van het toerental van de elektronisch geregelde primaire
circulatiepomp warmtebron (M1).
5.12

2e warmtegenerator

2e
warmtegen.
Instelling
De grenstemperatuur van de 2e warmtegenerator moet conform
dimensionering van het warmtepomp-verwarmingssysteem geko-
zen worden. Onder de grenstemperatuur parallel lopen de warm-
tepomp en de 2e warmtegenerator voor de verwarming van het
gebouw. Het inschakelen van de 2e warmtegenerator gebeurt
pas vanaf temperaturen onder de ingestelde grenstemperatuur
parallel en het vermogensniveau 3. Is geen parallel bedrijf
gewenst, dan moet de grenstemperatuur parallel aan de gren-
stemperatuur alternatief aangepast worden.
Bij het onderschrijden van de grenstemperatuur alternatief en het
vermogensniveau 3 wordt voor de verwarming van het gebouw
alleen nog de 2e warmtegenerator gebruikt. De warmtepomp is
vanaf dit tijdstip geblokkeerd.
Een glijdend geregelde 2e warmtegenerator bezit een eigen rege-
ling en wordt indien nodig met het volle debiet doorstroomd.
Een constant geregelde 2e warmtegenerator wordt op een con-
stante temperatuur ingesteld, de mengkraanregeling is actief.
Afhankelijk van de gebruikte mengkraan is de looptijd tussen de
eindstanden OPEN en TOE verschillend. Om een optimale tem-
peratuurregeling van de bivalente warmtegenerator te bereiken,
moet de mengkraanlooptijd ingesteld worden.
De hysteresis van de mengkraan vormt de neutrale zone voor het
gebruik van de bivalente warmtegenerator. Wordt de gewenste
temperatuur plus hysteresis bereikt, volgt een mengkraan-toe-
signaal. Wordt de gewenste temperatuur min hysteresis onder-
schreden, volgt een mengkraan-open-signaal
31-76
Instelbereik
15 ... -9 °C ... -13
manueel
Trap 1
Trap 2
Trap 3
automatisch
20 ... 50 ... 100
Instelbereik
Grenstemperatuur
alternatief
... -5 °C ...
Grenstemperatuur
2e compressor
Onderste
toepassingsgrens
... -10 °C ...
Grenstemperatuur
parallel
Glijdend (ventiel)
Constant (mengkraan)
1 ... 4 minuten ... 6
0,5 ...2K

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave