Vermogensniveau
Trap L1
Trap L2
Trap L3
Ontdooien
Warmwateropwarming
Zwembadwateropwarming
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
9 Programmabeschrijving
Na de inbedrijfstelling of na een spanningsuitval start de warmtepompmanager altijd in
het vermogensniveau L1.
Tijdens de ontdooiing, zwembadwaterbereiding, warmwatervraag alsook tijdens een
energiebedrijfsblokkering worden de vermogensniveaus niet omgedefinieerd.
9.4.1
Warmtepompen met een compressor
Criteria voor de omschakeling:
van L1 naar L3 als de warmtepompmanager langer dan 60 min. "meer warmte" vraagt en
tegelijk de buitentemperatuur langer dan 60 minuten onder de grenstemperatuur van de
2e warmtegenerator ligt
van L3 naar L1 als de verwarmingsregelaar langer dan 15 min. "minder warmte" vraagt of
de grenstemperatuur overschreden is.
9.4.2
Warmtepompen met twee compressoren
Criteria voor de omschakeling:
van L1 naar L2 als de warmtepompmanager langer dan 25 min. "meer warmte" vraagt,
van L2 naar L3 als de warmtepompmanager langer dan 60 min. "meer warmte" vraagt en
tegelijk de buitentemperatuur langer dan 60 minuten onder de grenstemperatuur ligt,
van L3 naar L2 of L1 als de warmtepompmanager langer dan 15 min. "minder warmte"
vraagt of de grenstemperatuur overschreden is,
van L2 naar L1 als de warmtepompmanager langer dan 15 min. "minder warmte" vraagt.
In het vermogensniveau L1 wordt een compressor van de warmtepomp volgens de "meer"-
resp. "minder"-signalen van de warmtepompmanager in- resp. uitgeschakeld. In de trap L2
loopt voor de dekking van de grondlast permanent een compressor van de warmtepomp. De
tweede compressor wordt overeenkomstig de "meer"- resp. "minder"-signalen van de warm-
tepompmanager in- resp. uitgeschakeld. In de trap L3 lopen beide compressoren permanent
om de verhoogde grondlast te dekken, geregeld wordt de tweede warmtegenerator. Tijdens
de ontdooiing loopt altijd slechts een compressor.
Warmtepomp met
een compressor
Slechts een compressor pulse-
rend
-
Een compressor en tweede warm-
tegenerator, indien nodig
Compressor loopt
Compressor loopt
Compressor loopt
9.4.3
Hoge temperatuur lucht/water-warmtepompen
Bij buitentemperaturen boven 10 °C loopt over het algemeen slechts 1 compressor. Ligt de
buitentemperatuur onder 10 °C en de vertrektemperatuur is hoger dan 50 °C, dan worden
beide compressoren vrijgegeven:
Eerst wordt de 1ste compressor en kort daarna de 2e compressor ingeschakeld. Verdwijnt
de vraag of wordt een blokkering actief, dan worden beide compressoren samen uitgescha-
keld.
59-76
Warmtepomp met
twee compressoren
Slechts een compressor pulserend
1 compressor grondlast, 1 compressor pulserend
Beide compressoren en tweede warmtegenerator
Een compressor loopt
Afhankelijk van de buitentemperatuur lopen een of
twee compressoren
Afhankelijk van de buitentemperatuur lopen een of
twee compressoren