Menu
Voorconfiguratie
Voorconfiguratie
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
8 Bereiding van sanitair warm water
8
Bereiding van sanitair warm water
Voor de bereiding van sanitair warm water moeten boilers met voldoende grote warmtewis-
selaaroppervlaktes ingezet worden die in staat zijn om het maximale verwarmingsvermogen
van de warmtepomp permanent over te brengen.
De regeling gebeurt via een in de boiler geïnstalleerde voeler (R3) die aan de warmtepomp-
manager aangesloten wordt.
De bereikbare temperaturen in het zuivere warmtepompbedrijf liggen onder de maximale
vertrektemperatuur van de warmtepomp.
Voor hogere warmwatertemperaturen biedt de warmtepompmanager de mogelijkheid voor
de aansturing van een flensverwarming.
Alternatief kan de regeling via een thermostaat gebeuren. In deze toepassing is geen ge-
richte bijverwarming via een flensverwarming mogelijk.
8.1
Basisopwarming
Een warmwatervraag wordt herkend als de actuele
warmwatertemperatuur < gewenste warmwatertemperatuur - hysteresis warm water is.
Een warmwatervraag wordt beëindigd als de gewenste warmwatertemperatuur of de van de
warmtebron afhankelijk vastgesteld WP maximum temperatuur bereikt wordt.
De bereiding van sanitair warm water kan door een ontdooproces of door het
hogedrukbeveiligingsprogramma onderbroken worden.
Submenu
Bereiding van sanitair warm water
Flensverwarming
8.1.1
Bereikbare warmwatertemperaturen
De maximale warmwatertemperatuur die in het zuivere warmtepompbedrijf bereikt kan wor-
den, is afhankelijk van:
Het verwarmingsvermogen van de warmtepomp
Het in de boiler geïnstalleerde warmtewisselaaroppervlak en
Het debiet afhankelijk van drukverlies en pompvermogen van de circulatiepomp.
8.1.2
Warmtebronafhankelijke warmwatertemperaturen
De warmtepompmanager bepaalt automatisch de maximaal mogelijke warmwatertempera-
tuur, die als WP-maximum temperatuur omschreven wordt.
WP-maximum temperatuur is ook van de actuele temperatuur van de voorhanden warmte-
bron, lucht, grond of water afhankelijk. Om altijd de maximaal mogelijke warmwatertempera-
tuur te bereiken, wordt het toegestane bereik van de warmtebrontemperatuur in tempera-
tuurbereiken onderverdeeld. Bij elk bereik hoort een bepaalde W-maximum temperatuur, als
defaultwaarde is elke WP-maximum met 65 °C ingesteld.
Spreekt tijdens een bereiding van sanitair warm water met de warmtepomp de hogedruk-
pressostaat aan, dan wordt de actuele warmtebrontemperatuur geregistreerd en de bijbeho-
rende WP-maximum temperatuur als volgt bepaald:
Van de actueel gemeten warmwatertemperatuur wordt 1K afgetrokken en als WP-maximum
temperatuur opgeslagen.
53-76
Instelwaarde
Ja met voeler
Nee