LET OP
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
9 Programmabeschrijving
9.7
Gebouwbeheersysteem
Voor een integratie van de warmtepomp aan een gebouwbeheersysteem staan vanaf soft-
wareversie L09 twee mogelijkheden ter beschikking.
Overdracht van de opgegeven waarden met interface via de BMS (Building Management
System). Hiervoor staan verschillende protocollen en interfaces ter beschikking.
Schakeling van digitale ingangen met de mogelijkheid aan de warmtepompmanager in-
vloed op de beschreven vermogensregeling uit te oefenen. Bijkomend bestaat de moge-
lijkheid om via digitale ingangen de bedrijfsmodus zowel van verwarmen op koelen te zet-
ten alsook via een parametreerbare blokkering extern (vorstbeveiliging/warm water/
vakantie/zomer) invloed uit te oefenen.
In elk geval moeten altijd de primaire pomp (M11) alsook de secundaire pomp
(M16) resp. afhankelijk van de hydraulische integratie de
verwarmingscirculatiepomp (M13) op de warmtepompmanager geklemd worden.
Alleen zo kunnen de voor het gebruik nodige pompvertrekken en -nalopen in acht
genomen worden en de nodige veiligheidsmaatregelen getroffen worden.
9.7.1
BMS interface
Aan de BMS interface worden via de als speciaal toebehoren verkrijgbare uitbreidingen voor
de integratie in:
LAN
KNX
Modbus
ter beschikking gesteld.
Via deze uitbreidingen kunnen o.a. de bedrijfsgegevens en historiek uitgelezen, instellingen
en modus of ook gewenste waarden ingevoerd worden.
Over het algemeen moet aan een vraag van de warmtepomp samen met het gebouwbe-
heersysteem via een interface de voorkeur gegeven worden.
Wordt zo'n interface ingezet, dan wordt volgende programmering aan de warmtepompma-
nager voorgesteld. Afhankelijk van het aantal verwarmings- of koelkringen worden deze op
een vastewaarderegeling ingesteld. De door het gebouwbeheersysteem berekende ge-
wenste temperatuur wordt hierbij aan de warmtepompmanager als vastewaardetemperatuur
overgedragen. Ook wordt via het gebouwbeheersysteem de warmtepomp in de modus auto,
zomer en koelen gebracht.
Meer informatie over deze mogelijkheden bevat de beschrijving van het betreffende product.
9.7.2
Compressorsturing via digitale ingangen
Naast de opgave van de gewenste waarde door de BMS is het ook mogelijk om de compres-
soren via digitale ingangen te sturen.
63-76