Parameter
10.6
Gebruik restwarmte
koeling
10.7
Zwembad
reset maximum
10.8
Maximumtemp.
1 compressor
10.9
Maximumtemp.
2 compressor
10.10
Zwembadpomp
10.11
Zwembadpomp manueel
Parameter
M16 functie
M13
11.2.1
Verwarmingsgrens-
Optimalisatie
temperatuur 1
stookkring-
pomp
11.2.2
Verwarmingsgrens-
temperatuur 2
11.2.3
Koelgrens-
temperatuur 1
11.2.4
Koelgrens-
temperatuur 2
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
5 Vakmanniveau
Instelling
Instelling of het gebruik van restwarmte bij koeling afhankelijk van
de schakeltoestand thermostaat of in continubedrijf gebeurt.
Met de instelling reset ja worden de vastgestelde maximale
zwembadtemperaturen in de warmtepompmodus op de waarde
65 °C teruggezet. De instelwaarde wordt automatisch opnieuw op
nee gezet.
Weergave van de vastgestelde maximale zwembadtemperaturen
afhankelijk van de warmtebrontemperatuur
Instelling van het toerental van de elektronisch geregelde zwem-
badcirculatiepomp (M19).
5.18
Pompsturing
Pompsturing
Deze instellingen moeten volgens het hydraulische systeem van de installatie gekozen wor-
den.
Instelling
Moet de additionele circulatiepomp M16 de functie van
de verwarmingscirculatiepomp M13 overnemen?
De verwarmingsgrenstemperaturen hebben betrekking
op de buitentemperatuur. Onder de verwarmingsgren-
stemperatuur 1 is de verwarmingspomp permanent
aan. Bij temperaturen tussen verwarmingsgrenstem-
peratuur 1 en 2 loopt de verwarmingspomp in de pom-
poptimalisatie.
Boven de verwarmingsgrenstemperatuur 2 is de ver-
warmingspomp permanent uit. De verwarmingspomp
start boven de verwarmingsgrenstemperatuur alleen
bij een vraag met een spoeltijd. Er vindt dan een van
de behoefte afhankelijke spoeling plaats.
Onder de koelgrenstemperatuur 1 is de verwarmings-
pomp permanent uit. De verwarmingspomp start
boven de koelgrenstemperatuur alleen bij een vraag
met een spoeltijd. Er vindt dan een van de behoefte
afhankelijke spoeling plaats.
Boven de koelgrenstemperatuur 2 is de verwarmings-
pomp permanent uit. Bij temperaturen tussen koel-
grenstemperatuur 1 en 2 loopt de verwarmingspomp in
de pompoptimalisatie.
38-76
Instelbereik
Nee / Ja
Nee / Ja
automatisch
Trap 1
Trap 2
Trap 3
manueel
30 ...50 %...100
Instelbereik
Ja / Nee
- 10 ... 15 °C ...
Verwarmingsgren-
stemp. 2
Verwarmingsgren-
stemp. 1 ...
25 °C ... 35
- 10 ... 15 °C ...
Koelgrenstemp. 2
Koelgrenstemp. 1 ...
15 °C ... 35