Instelling
Gewenste
ruimtetemp.
Verlagingstijden
Verlagings-
tijd 1
Verlagings-
tijd 2
Verlagings-
waarde
Verhogingstijden
Verhogings-
tijd 1
Verhogings-
tijd 2
Verhog.waarde
Stille koeling
452115.66.56 · 1/2019-10 · Rei
Bedieningshandleiding
Warmtepompmanager WPM 5.0
4 Gebruikersniveau
4.3
1ste verwarmings-/koelkring
1ste stook-/
koelkring
Bij de ingebruikname wordt de verwarmingscurve conform de plaatselijke en bouwkundige
omstandigheden aangepast. Deze verwarmingscurve kan met de warmer-/koeler-pijltoetsen
in de hoofdweergave aan de individuele temperatuurwensen aangepast worden.
Met de plus-toets wordt de temperatuur verhoogd, de balkindicatie beweegt naar rechts.
Met de min-toets wordt de temperatuur verlaagd, de balkindicatie beweegt naar links.
Voor de 2e/3e verwarmingskring gebeurt deze instelling in het menu "2e/3e stookkring".
De ingestelde verwarmingscurves kunnen tijdgestuurd verlaagd of verhoogd worden. Zo kan
bijv. 's nachts bij slecht geïsoleerde gebouwen de stookcurve verlaagd worden of door een
verhoging voor de blokkeringstijd een te sterke afkoeling van de verwarmingsoppervlakken
vermeden worden.
Overlappen verhoging en verlaging elkaar, dan heeft de verhoging voorrang.
TIP
Voor een energie-efficiënte werking van het warmtepomp-verwarmingssysteem moet het door de
warmtepomp op te wekken temperatuurniveau zo laag mogelijk zijn.
In goed geïsoleerde huizen zorgt een gelijkmatige verwarmingsmodus zonder verlagingstijden in
de regel voor lagere energiekosten omdat vermogenspieken met hoge vertrektemperaturen
vermeden wordt en dezelfde behaaglijkheid bij lagere temperaturen bereikt wordt.
Blokkeringstijden kunnen door een verhoging - die ca. 1 uur voor de blokkeringstijd begint -
gecompenseerd worden.
Beschrijving
Instelling van de gewenste ruimtetemperatuur in de verwarmings-
modus bij gekozen ruimtetemperatuurregeling.
Instellingen voor de verlaging van de verwarmingscurve 1ste ver-
warmingskring.
Instelling van de tijden waarin een verlaging voor de 1ste verwar-
mingskring moet plaatsvinden.
Instelling van de verschilwaarde waarmee de verwarmingscurve
of ruimtetemperatuur 1ste verwarmingskring tijdens een verla-
gingstijd verlaagd moet worden.
Instellingen voor de verhoging van de verwarmingscurve 1ste ver-
warmingskring.
Instelling van de tijden waarin een verhoging voor de 1ste verwar-
mingskring moet plaatsvinden.
Instelling van de verschilwaarde waarmee de verwarmingscurve
of ruimtetemperatuur 1ste verwarmingskring tijdens een verho-
ging verhoogd moet worden.
Instelling van de gewenste ruimtetemperatuur bij stille koeling. De
werkelijke waarde wordt aan de ruimteklimaateenheid 1 gemeten. 15.0 ... 20 °C ... 30.0
14-76
Instelbereik
15.0 ... 20.0 °C ... 30.0
00:00 ... 23:59
Ma ... Zo
00:00 ... 23:59
Ma ... Zo
0 ... 2 K ... 19
0 ... 2 K ... 5
00:00 ... 23:59
Ma ... Zo
00:00 ... 23:59
Ma ... Zo
0 ... 2 K ... 19
0 ... 2 K ... 5