Inbedrijfstelling
6
Communicatie- en apparaatprofiel
Bezetting
BESTURINGSWOORD 1/
BESTURINGSWOORD 2
TOERENTAL [%]
IPOS PO-DATA
Speciale gevallen van PO-dataverwerking
Setpoint-instelling via
veldbus ontbreekt
Geen besturingswoordin-
stelling via veldbus
Dubbele bezetting van het
procesuitgangsdatakanaal
PO-data vrijgeven
NEE
Procesuitgangsdata geblokkeerd.
De setpointverwerking van de frequentieregelaar werkt verder met de laatst geldige (bevroren) procesuitgangsdata, totdat
de veldbussetpoints opnieuw geactiveerd worden.
JA
Procesuitgangsdata vrijgegeven.
De frequentieregelaar werkt met de door de master voorgeschreven procesuitgangsdata.
90
Technische handleiding – MOVITRAC
Betekenis
Door de procesuitgangsdata met besturingswoord 1 of besturingswoord 2 te bezet-
ten kunnen vrijwel alle aandrijffuncties via het veldbussysteem geactiveerd worden.
De beschrijving van besturingswoord 1 en 2 vindt u in het hoofdstuk "Definitie van
het besturingswoord".
Met de instelling TOERENTAL [%] interpreteert de frequentieregelaar MOVITRAC
B het in dit procesdatawoord overgedragen setpoint als procentueel toerentalset-
point.
Het relatieve toerentalsetpoint heeft altijd betrekking op de actueel geldige maxi-
mum begrenzing van het toerental, d.w.z. ofwel P302/312 of MAX. TOERENTAL of
PO-toerentalbegrenzing.
De instelling IPOS PO-DATA heeft tot gevolg dat de frequentieregelaar dit proces-
uitgangsdatawoord niet gebruikt voor de verwerking van setpoints. De inhoud van
het op IPOS PO-DATA geprogrammeerde procesuitgangsdatawoord wordt gene-
geerd door het regelaarsysteem en staat uitsluitend ter beschikking voor de verwer-
plus®
king in het IPOS
-besturingsprogramma.
plus®
Binnen IPOS
heb u met het commando GetSys PO-Data direct toegang tot de
procesuitgangsdata van de communicatie-interfaces. Meer informatie vindt u in het
handboek bij de volgorde- en positioneerbesturing IPOS
Door de afzonderlijke instelling van de procesuitgangsdatabeschrijving zijn er vele
combinaties mogelijk die echter niet allemaal technisch zinvol zijn.
Naast de procesuitgangsdata worden over het algemeen de digitale ingangsklemmen
en, in speciale gevallen, het analoge setpoint van de frequentieregelaar
®
MOVITRAC
B gebruikt.
Indien er als setpointbron een communicatie-interface wordt ingevoerd en er bij de beschrijving procesuit-
gangsdata geen setpoint geprogrammeerd is, wordt in de regelaar het setpoint = nul gegenereerd.
Indien als stuurbron een communicatie-interface wordt ingevoerd en bij de procesuitgangsdatabeschrij-
ving geen stuurbron geprogrammeerd is, wordt in de regelaar het besturingscommando VRIJGAVE inge-
steld.
Als meerdere procesuitgangsdatawoorden dezelfde setpointbeschrijving ontvangen, wordt alleen het
eerst gelezene procesuitgangsdatawoord geldig. De verwerkingsvolgorde in de frequentieregelaar is hier-
bij PO1 - PO2 - PO3, d.w.z. als bijvoorbeeld PO2 en PO3 dezelfde setpointbeschrijving hebben, wordt al-
leen PO2 actief. De inhoud van PO3 wordt genegeerd.
Wijziging van de parameters Setpointbeschrijving PO1 – PO3 heeft tot gevolg dat de
procesuitgangsdata automatisch geblokkeerd worden met PO-data vrijgeven = nee.
Pas met de parametrering PO-data vrijgeven = ja (bijv. door de overkoepelende be-
sturing) wordt het procesuitgangsdatakanaal weer vrijgegeven voor de verwerking.
®
B
plus®
.
P876: PA-data vrijgeven
PO 1
PO 2
PO 3
Procesuitgangsdata
Schalering
®
4000
hex
= 100% n
max
Er kunnen 3 woorden
met elk 16 bits indivi-
dueel gecodeerd uitge-
wisseld worden tussen
het overkoepelende
automatiseringsappa-
plus®
raat en IPOS
.
48839283723