Aangezien het om een leesinstructie gaat, worden de verzonden databytes (byte 4 - 7)
en de datalengte (in de managementbyte) genegeerd; zij hoeven daarom niet te wor-
den ingesteld.
De regelaar bewerkt nu de read-instructie en geeft met het gelijkzetten van de hands-
hakebit de instructiebevestiging terug.
7
0
X = niet relevant
0/1 = waarde van de bit wordt uitgewisseld
Voorbeeld: schrijven van een parameter (WRITE)
Het schrijven van een parameter vindt net als het lezen van een parameter plaats via
de veldbusinterface (zie volgende afbeelding).
Byte 0: Management
6
5
4
3
2
0/1
1
1
0
0
CLIENT
1. Schrijf-aanvraag (bijv. schrijven van parameterwaarde 2.5 s op index
8470 = integrator t11 up CW)
Write-
Request
3a. Schrijfinstructie wordt met de data beantwoord (bijv. 0.5 s)
Write-
Confirmation
3b. Schrijfinstructie fout, omdat bijv. parameterwaarde te hoog
Write-Error-
Confirmation
Communicatie- en apparaatprofiel
1
0
0
1
Service-ID:
0001 = Read
Datalengte:
11 = 4 byte
Handshakebit:
Moet bij elke nieuwe opdracht worden ge-
wisseld.
Statusbit:
0 = geen fout bij instructie-uitvoering
1 = fout bij instructie-uitvoering
Write-Indication
2a. Parameterindex
8470 wordt op 2.5 s
gezet.
Write-Response
OK
OF
negatieve Write-
Response
Technische handleiding – MOVITRAC
Inbedrijfstelling
SERVER
2b. Fout opgetreden!
Geen data geschreven
48323467659
®
6
111
B