8.5
IT-beveiligingsrichtlijnen voor een beveiligde afvoer
8.5.1
Verwijder het product uit de beoogde omgeving
Als de op het product opgeslagen gegevens als relevant voor de IT-beveiliging wor-
den beoordeeld, verwijder ze dan volgens paragraaf "Veilig verwijderen van de in het
product opgeslagen gegevens." (→ 2 135)
8.5.2
Verwijderen van referentie- en configuratiegegevens in de omgeving
Referentiebestanden, configuratiebestanden, logbestanden en andere gegevens die
bij het product horen, kunnen in de omgeving op andere apparaten opgeslagen zijn,
bijvoorbeeld een overkoepelende besturing of een lokale OPC‑UA-client. Als de opge-
slagen gegevens als relevant voor de IT-beveiliging worden beoordeeld, verwijdert u
ze van de betreffende apparaten.
8.5.3
Veilig verwijderen van de in het product opgeslagen gegevens
U kunt de in het product opgeslagen gegevens met de engineeringsoftware
MOVISUITE
Daarbij gaat het om de volgende gegevens, voor zover die bij de apparaatvariant be-
schikbaar zijn:
•
•
•
•
•
•
De volgende gegevens worden bij deze handeling niet gereset en kunnen afzonderlijk
worden gewijzigd, voor zover ze bij de apparaatvariant beschikbaar zijn:
•
•
•
•
•
•
®
op de fabrieksinstellingen terugzetten.
Configuratie van het apparaat
Scope-registratie van het apparaat
Foutgeheugen
– Foutnummer
– Tijdstempel
– Foutcode, subfoutcode, beschrijvingstekst
– Procesdata
– Toestanden van de digitale in- en uitgangen
– Besturingswoord en statuswoord
Naam van het apparaat
IP-adres
Veiligheidsrelevante gegevens
Functievrijschakelingen
AS-interface-adres
Dataset van de veiligheidsoptie
®
EtherCAT
-apparaatnaam
PROFINET-naam
Laatst herkende opties
IT-beveiligingsrichtlijnen voor een beveiligde afvoer
Technische handleiding – MOVITRAC
Service
8
135
®
B