3. Handige functies
• U kunt geen aangepast papier wijzigen dat is toegewezen aan een papierlade. Om dit te
wijzigen, dient u de toewijzing te annuleren.
• Neem voor meer informatie over [Geav. inst.] contact op met uw apparaatbeheerder.
Een aangepast papier voor een papierlade opgeven met de media-ID eenheid
1.
Druk op [Instellingen papierlade] linksboven op het scherm.
2.
Druk op het tabblad [Papierlade].
3.
Selecteer de lade om de papierinstellingen op te geven.
4.
Druk op [Papieridentificatie].
5.
Plaats het papier in de media-ID eenheid en haal het er vervolgens weer uit.
Houd de hoeken van het papier met beide handen vast terwijl u het plaatst.
Houd het papier plat als u het eruit trekt.
De lijst met aangepast papier met eigenschappen die vergelijkbaar zijn met die van het
gescande papier wordt weergegeven.
6.
Selecteer het aangepaste papier dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op [Toew.
aan lade].
7.
Druk op
8.
Druk op het pictogram [Home] (
• Als u de instellingen van het aangepaste papier wilt wijzigen, drukt u op [Instel. bewerk.] bij
stap 6.
Een aangepast papier wijzigen
Voordat u aangepast papier wijzigt, dient u te bevestigen dat niemand dit papier wijzigt via Web Image
Monitor of via de kleurcontroller.
60
.
DFZ009
) in het midden onderaan het scherm.