6. Papierspecificaties en papier bijvullen
• Bij het plaatsen van gecoat papier:
• Als u glanzend papier gebruikt, selecteert u [Gecoat: Glanzend] of [Gecoat: Hoogglans] als
[Papiertype]. Als u mat papier gebruikt (waaronder zijdepapier, dof en satijnen papier),
selecteer dan [Gecoat: Mat] voor [Papiertype]. Voor meer informatie over de instellingen van
gebruik van gecoat papier met aangepast papier, zie Pag. 42 "Aangepast papier
registreren".
• Wanneer u gecoat of hoogglans papier wilt plaatsen, waaier het papier dan altijd uit voordat
u het plaatst.
• Als zich een papierstoring voordoet of als het apparaat een vreemd geluid maakt bij het
invoeren van meerdere vellen gecoat papier, voer dan de vellen een voor een in.
• Om gecoat papier in de brede bulklade te laden, moet u eerst [Gecoat: Glanzend], [Gecoat:
Mat] of [Gecoat: Hoogglans] als papiertype aangeven en een geschikt papiergewicht
selecteren bij [Papiergewicht].
• Afhankelijk van de kleur van het papier kan de positie van het papier niet correct
gedetecteerd worden, waardoor er een papierstoring ontstaat.
• Als u gebruik maakt van lichtgekleurd papier, geef dan het papiertype op als [Kleur] in
[Papierinstelling].
• Als het gebruiken van zwart of donkergekleurd papier, of het instellen van het papiertype als
[Kleur] in [Papierinstelling] papierstoringen niet oplost, stel het papiertype dan in als [Zwart].
• Let op het volgende als u doorschrijfpapier gebruikt:
• Doorschrijfpapier kan alleen worden gebruikt als u de brede bulklade met twee laden samen
met Finisher SR 5050 of Booklet Finisher SR5060 voor nabewerking gebruikt.
• Wanneer u doorschrijfpapier gebruikt, kunt u geen optie bevestigen behalve de hoogvolume
stapeleenheid tussen het apparaat en Finisher SR5050 of Booklet Finisher SR5060.
• Dubbelzijdig afdrukken kan niet worden uitgevoerd.
• Bepaalde typen doorschrijfpapier hebben een houdbaarheidsdatum. Bestel de hoeveelheid
papier die u voor de houdbaarheidsdatum kunt gebruiken. Raadpleeg uw papierverkoper
voor vragen over houdbaarheidsdatums en opslagmethoden.
• Afhankelijk van het papiergewicht of de richting van het papier kunnen er papierstoringen
optreden bij omgekeerde uitvoer of dubbelzijdig afdrukken. Als het papier vastloopt wanneer
papier met een lange vezel wordt gebruikt, annuleert u de instellingen voor omgekeerde uitvoer of
dubbelzijdig afdrukken. U kunt ook papier met een korte vezel of dun papier gebruiken.
Enveloppen
In dit gedeelte wordt het plaatsen van enveloppen beschreven.
• Er kunnen papierstoringen optreden, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.
242