• Bij het plaatsen van enveloppen, zie Pag. 242 "Enveloppen".
• Wanneer u op briefpapier kopieert of afdrukt, is de richting waarin u het papier plaatst afhankelijk
van de functie die u gebruikt. Voor meer informatie, zie Pag. 198 "Papier met vaste afdrukrichting
of dubbelzijdig papier plaatsen".
• Wanneer u papier van hetzelfde formaat en type in twee of meer laden plaatst, gebruikt het
apparaat automatisch een van de laden waarvoor [Ja] is ingesteld bij [Auto Pap.selectie toep.] als
het papier in de eerst gebruikte lade op is. Deze functie wordt Automatische ladewisseling
genoemd. Deze functie zorgt ervoor dat u een kopieersessie niet hoeft te onderbreken voor het
aanvullen van papier tijdens het maken van een groot aantal kopieën. U kunt het papiertype van
de papierladen instellen bij het tabblad [Papiertype]. Voor meer informatie, zie Pag. 219
"Aanbevolen papierformaten en -typen". Voor meer informatie over het instellen van de functie
Automatische ladewisseling, zie de handleiding Voorbereiding.
• De papiertypen die u in de papierlade-instellingen kunt selecteren, zijn alleen algemene
classificaties. De afdrukkwaliteit wordt niet gegarandeerd voor elke soort papier in een
classificatie. Voor meer informatie, zie Pag. 246 "Ongeschikt papier".
• Als de oppervlakte van het papier stoffig is, kunnen er witte vlekken op de afdrukken verschijnen.
Waaier het papier goed om het stof te verwijderen.
• Bij het plaatsen van etikettenpapier:
• Selecteer [Etiketten] als [Papiertype] bij [Instellingen papierlade] en selecteer het geschikte
papiergewicht onder [Papiergewicht].
• Wanneer u transparanten plaatst:
• Bij het kopiëren op transparanten, zie Basisbewerkingen.
• Als u op transparanten wilt afdrukken, selecteer dan [Transparant] bij [Papiertype] in [Instell.
papierlade].
• Wanneer u transparanten plaatst, controleer dan de voor- en achterkant van de vellen en
plaats ze correct. Anders kan er een storing ontstaan.
• Waaier transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen transparanten
niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
• Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
• Bij uitvoer naar de hoge capaciteitstapelaar geeft u de uitvoerlade aan als de bovenste
stapellade. Voor meer informatie, zie Apparaatbeheer.
• Bij het plaatsen van doorzichtig papier:
• Bij het plaatsen van doorzichtig papier moet u altijd papier met een lange structuur gebruiken
en de papierrichting instellen volgens de structuur.
• Doorzichtig papier absorbeert gemakkelijk vocht en gaat krullen. Verwijder de krul in het
doorzichtig papier voordat u het plaatst. Voor meer informatie over het gladstrijken van
omgekruld papier, zie Pag. 303 "0304 Papierkrul in uitvoer corrigeren".
• Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
Aanbevolen papier
241