9. Scannen
1.
Druk op [Sel. opgesl. best.].
2.
Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan.
3.
Druk op [Gebruikersnaam].
4.
Selecteer de gebruikersnaam die u wilt gebruiken voor het zoeken.
De gebruikersnamen die hier getoond worden, zijn namen die in het adresboek geregistreerd
staan. Druk op [Handm. inv.] om een gebruikersnaam te wijzigen die hier niet wordt
weergegeven en voer daarna de gebruikersnaam in.
5.
Druk op [OK].
Als het zoeken begint, worden bestanden weergegeven die tot de desbetreffende gebruiker
behoren.
Zoeken op documentnaam
U kunt naar een opgeslagen bestand zoeken via de bestandsnaam van dat bestand.
1.
Druk op [Sel. opgesl. best.].
2.
Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan.
3.
Druk op [Bestandsnaam].
4.
Voer de bestandsnaam in.
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Voorbereiding.
402