5. Kopiëren
Gegevens opslaan in de Document Server
Met de Document Server kunt u documenten op de harde schijf van het apparaat opslaan die met de
kopieerfunctie ingelezen zijn. U kunt ze dus later afdrukken, na het toepassen van de gewenste
configuraties.
U kunt de opgeslagen documenten in het Document Server-scherm controleren. Voor meer informatie
over de Documentserver, zie Basisbewerkingen.
1.
Druk op [Best.opsl.].
2.
Voer een gebruikersnaam, bestandsnaam of wachtwoord in, indien nodig.
3.
Geef indien nodig een map op waarin het document wilt opslaan.
4.
Druk op [OK].
5.
Plaats de originelen.
6.
Geef de scaninstellingen voor het origineel op.
7.
Druk op de toets [Start].
Hiermee worden gescande originelen in het geheugen geplaatst en wordt een set kopieën
gemaakt. Wanneer u nog een document wilt opslaan, doe dat dan nadat het kopiëren is
beëindigd.
• Om het scannen te stoppen, drukt u op de [Stop]-knop. Als u een onderbroken scanopdracht wilt
hervatten, drukt u op [Doorgaan] in het bevestigingsscherm. Als u gescande afbeeldingen wilt
verwijderen en de opdracht wilt annuleren, drukt u op [Kopiëren annul.]. De originelen die in de
ADF zijn geplaatst, worden uitgeworpen. Druk op [Takenlijst] om het scherm [Takenlijst] te openen.
Voor meer informatie, zie Voorbereiding.
• Als u het origineel op de glasplaat heeft geplaatst, moet u op de [ ]-knop drukken nadat alle
originelen zijn gescand.
• Voor meer informatie over het afdrukken van opgeslagen documenten, zie Pag. 416 "Opgeslagen
documenten afdrukken".
168