problemen oplossen
Probleem
De mixer werkt niet in de
verwarmingstand en geeft een
foutmelding en een waarschuwingstoon
weer.
De machine verandert van snelheid of
de snelheid is tijdens het koken beperkt.
Voedsel brandt aan op de bodem van
de kom.
Textuur van het voedsel niet bewaard
gebleven.
Onregelmatige mengsnelheid.
Het is moeilijk om de mixerkop te
sluiten.
De mixer functioneert continu wanneer
de roersnelheden worden geselecteerd.
De motorsnelheid wordt beperkt als
hulpstukken worden gebruikt.
De garde of K-klopper stoot tegen de
onderkant van de kom aan of bereikt de
ingrediënten aan de bodem van de kom
niet.
De garde, K-klopper of flexiklopper
botsen tegen de roerhulpklem.
Oorzaak
Een van de veiligheidssensors is
geactiveerd.
De snelheid wordt automatisch beperkt
wanneer de inhoud van de kom een
temperatuur van 60°C heeft bereikt. De
waarschuwing over hoge temperatuur licht
op.
1 De geselecteerde temperatuurinstelling
kan te hoog zijn.
2 Onjuist hulpstuk gebruikt.
3 Het roerinterval is te lang.
4 Het hulpstuk is misschien niet laag genoeg
in de kom bevestigd.
5 De timer is voor een te lange tijdsduur
ingesteld.
6 De sensor en/of de onderkant van de kom
zijn misschien niet schoon.
1 De temperatuur is te hoog ingesteld.
2 Het roerinterval is te frequent.
3 De ingrediënten zijn te lang gekookt.
4 Onjuist hulpstuk gebruikt.
1 Ingredienten te groot, te hard of te stevig.
1 Als er stevige ingrediënten zoals chocola
op de bodem van de kom liggen, kan de
mixerkop niet worden vergrendeld.
2 Het roeraccessoire is onjuist bevestigd.
De afdekkingen van aansluitpunten zijn
onjuist aangebracht.
De kom is heet.
De hoogte van het hulpstuk is verkeerd en
moet afgesteld worden.
De roerhulpklem is bevestigd.
48
Oplossing
Kijk of er een oorzaak op het displayscherm
wordt weergegeven.
• Controleer of de kop omlaag is gebracht en is
vergrendeld.
• Zorg dat alle afdekkingen van de
aansluitpunten juist zijn aangebracht.
• Zorg dat het hittescherm op de juiste manier
is geplaatst.
• Zorg dat de kom van de cooking chef juist is
geplaatst.
Dit is een veiligheidskenmerk.
1 Verlaag de temperatuur of stroominstellingen.
2 Controleer of het beste hulpstuk wordt
gebruikt en verstel het zo nodig.
3 Verhoog de frequentie van het roerinterval of
stel een continue werking in.
4 Stel de hoogte van het hulpstuk bij.
5 Kook het voedsel korter (maar zorg wel dat
het gaar is).
6 Zorg dat deze gebieden schoon en droog
blijven.
1 Verlaag de temperatuur.
2 Reduceer het roerinterval.
3 Verkort de kooktijd (maar zorg wel dat het
voedsel gaar is).
4 Controleer of het meest geschikte hulpstuk
wordt gebruikt.
1 Snij het voedsel in kleinere stukken, verwijder
de pitten uit het fruit, smelt ingrediënten
langzaam zonder gebruik te maken van een
hulpstuk (maar zorg wel dat een snelheid is
geselecteerd).
2 Voeg de ingrediënten toe nadat de kop
omlaag is gebracht.
3 Controleer of het meest geschikte hulpstuk
wordt gebruikt.
1 Voeg de ingrediënten toe nadat de kop
omlaag is gebracht.
2 Zorg ervoor dat het roeraccessoire in het
juiste aansluitpunt is gestoken.
Zorg dat alle afdekkingen van de aansluitpunten
juist zijn aangebracht.
Verwijder de kom of koel de kom af tot onder
60 °C.
Verstel de hoogte met een geschikte sleutel –
raadpleeg het deel "Hulpstukken afstellen".
Verwijder de roerhulpklem – de klem wordt
alleen samen met het roeraccessoire gebruikt.