Download Print deze pagina

Sew Eurodrive R 7 Series Technische Handleiding pagina 34

Explosieveilige reductoren
Verberg thumbnails Zie ook voor R 7 Series:

Advertenties

4
Mechanische installatie
Reductor opstellen
Ruimtelijke positie
Olievulhoeveelheid
Wijziging van de
ruimtelijke positie
Fundatie
34
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
LET OP
Beschadiging van de reductor/motorreductor door aanvoer van koude lucht. Gecon-
denseerd water in de reductor kan schade toebrengen aan de reductor.
Materiële schade
Bescherm de reductor tegen directe aanvoer van koude lucht.
AANWIJZING
Let er bij het opstellen van de reductor op dat zowel de oliepeil- en olieaftapschroe-
ven als de ontluchtingsventielen vrij toegankelijk zijn!
De reductor of motorreductor mag alleen in de aangegeven ruimtelijke positie worden
opgesteld/gemonteerd. Neem de gegevens op het typeplaatje in acht. SPIROPLAN
reductoren in de bouwgrootten W10 - W30 zijn niet afhankelijk van de ruimtelijke posi-
tie.
Controleer de van de ruimtelijke positie afhankelijke olievulling (zie het typeplaatje
voor informatie over de olievulhoeveelheid). Controleer bij deze gelegenheid het olie-
vulpeil.
Zie
het
hoofdstuk
reductor" (→ 2 120). In de fabriek worden de reductoren met de vereiste oliehoeveel-
heid gevuld. Afhankelijk van de ruimtelijke positie zijn geringe afwijkingen aan de olie-
peilschroef mogelijk en binnen de productietoleranties toelaatbaar.
Pas de vulhoeveelheden van de smeermiddelen en de positie van het ontluch-
tingsventiel aan als de ruimtelijke positie wordt veranderd.
het hoofdstuk "Ruimtelijke posities" (→ 2 140).
AANWIJZING
De ruimtelijke positie mag alleen in overleg met SEW-EURODRIVE worden gewij-
zigd.
De gegevens op het typeplaatje zijn geldend. Zonder overleg met SEW-EURODRIVE
komen zowel de ATEX-EU-conformiteitsverklaring als de garantie te vervallen. Wijzi-
gingen van de ruimtelijke positie worden moeten geconfigureerd en op het typeplaat-
je worden aangegeven.
De fundatie moet de volgende eigenschappen hebben:
vlak
trillingdempend
torsiestijf
De volgende tabel laat de maximaal toegestane vlakheidsfouten voor voet- en flens-
bevestigingen zien (richtwaarden m.b.t. DIN ISO 1101):
Reductorgrootte
≤ 67
77 – 107
137/147
157 – 187
De voeten van de behuizing en aanbouwflenzen niet ten opzichte van elkaar verspan-
nen. Let op de toelaatbare radiale en axiale krachten. Neem het hoofdstuk "Configura-
tie" in de catalogus "Reductoren" of "Motorreductoren" in acht om de toelaatbare radi-
ale en axiale krachten te berekenen.
"Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden
Vlakheidsfout
max. 0.4 mm
max. 0.5 mm
max. 0.7 mm
max. 0.8 mm
®
-
aan
de
Raadpleeg hiervoor

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

F 7 seriesK 7 seriesK 9 seriesS 7 seriesSpiroplan w