6
Inspectie/onderhoud
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Olie controleren via afsluitschroef
132
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
5. Gebruik een schuifmaat om het deel "x" dat met smeermiddel is bevochtigd, op de
peilstok te meten, zoals aangegeven op de volgende afbeelding.
6. Vergelijk de vastgestelde waarde "x" met de minimumwaarde die in de onder-
staande tabel is vermeld en afhankelijk is van de ruimtelijke positie. Corrigeer de
vulhoogte, indien nodig.
Oliepeil = vochtig gedeelte x in mm op de peilstok
Reductor-
type
M1
K..19
33 ± 1
K..29
50 ± 1
S..37
10 ± 1
7. Schroef de afsluitschroef weer vast.
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Aanwijzingen over inspectie-/
onderhoudswerkzaamheden aan de reductor" (→ 2 120).
2. Draai de afsluitschroef van de reductor los volgens het hoofdstuk "Oliepeil
controleren via afsluitschroef" (→ 2 131).
3. Tap wat olie af via de afsluitingsboring.
4. Controleer de oliekwaliteit.
•
Viscositeit
•
Als u kunt zien dat de olie erg is vervuild, wordt geadviseerd de olie buiten de
in het hoofdstuk "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (→ 2 111) vermelde on-
derhoudsintervallen om te verversen.
5. Controleer
het
oliepeil.
afsluitschroef" (→ 2 131).
6. Schroef de afsluitschroef er weer vast.
X
Ruimtelijke positie
M2
M3
33 ± 1
33 ± 1
50 ± 1
50 ± 1
24 ± 1
34 ± 1
Zie
het
hoofdstuk
M4
M5
35 ± 1
33 ± 1
33 ± 1
63 ± 1
50 ± 1
50 ± 1
37 ± 1
24 ± 1
24 ± 1
"Oliepeil
controleren
18661771
M6
via