Het minimale vulniveau komt overeen met de markeringen op de oliepeilstok.
Ø oliepeilboring
M10 x 1
5. Als het oliepeil te laag is, moet er via de oliepeilboring nieuwe olie tot de onderkant
6. Draai de oliepeilschroef er weer in.
Olie controleren via oliepeilschroef
Ga als volgt te werk om de olie van de reductor te controleren:
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Aanwijzingen over inspectie-/
2. Tap wat olie af bij de oliepeilschroef.
3. Controleer de oliekwaliteit.
4. Controleer het oliepeil. Zie het vorige hoofdstuk.
Olie verversen via oliepeilschroef
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Ernstig letsel.
•
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Aanwijzingen over inspectie-/
2. Stel de reductor op in ruimtelijke positie M5 of M6. Zie het hoofdstuk "Ruimtelijke
3. Plaats een vat onder de oliepeilschroef.
4. Verwijder de oliepeilschroeven aan de A- en B-zijde van de reductor.
5. Tap de olie volledig af.
6. Draai de onderste oliepeilschroef er weer in.
van de boring worden bijgevuld.
onderhoudswerkzaamheden aan de reductor" (→ 2 120).
•
Viscositeit
•
Als u kunt zien dat de olie erg is vervuild, wordt geadviseerd de olie buiten de
in het hoofdstuk "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (→ 2 111) vermelde on-
derhoudsintervallen om te verversen.
WAARSCHUWING
Laat de reductor afkoelen, voordat u met de werkzaamheden begint! De reduc-
torolie moet bij het aftappen nog warm zijn, zodat de olie dan beter stroomt en de
reductor zo leeg mogelijk loopt.
onderhoudswerkzaamheden aan de reductor" (→ 2 120).
posities" (→ 2 140).
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Minimaal vulniveau: markering X op de oliepeilstok
(zie onderstaande afbeelding)
1,5
2
Inspectie/onderhoud
mm
1.5
3
4
5
9007199273378699
6
135