6
Inspectie/onderhoud
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
128
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
5. Vergelijk de bepaalde afstandswaarde "x" met de in onderstaande tabel vermelde,
van de ruimtelijke positie afhankelijke maximumafstand tussen oliepeil en afdich-
tingsvlakken van de reductorbehuizing. Corrigeer de vulhoogte, indien nodig.
Reductortype
Maximum afstand x in mm tussen oliepeil en afdichtings-
R07
2-traps
52 ± 1
3-traps
49 ± 1
R17
2-traps
63 ± 1
3-traps
58 ± 1
R27
2-traps
74 ± 1
3-traps
76 ± 1
R47
2-traps
3-traps
2-traps
R57
3-traps
2-traps
F27
78 ± 1
3-traps
71 ± 1
W10
W20
W30
6. Sluit de reductor af nadat het oliepeil is gecontroleerd:
•
Plaats de afdichting van de montagedeksel er weer op. Let er op dat de afdich-
tingsvlakken schoon en droog zijn.
•
Monteer de montagedeksel. Draai de schroeven van het deksel van binnen
naar buiten vast. Draai de schroeven van het deksel in de volgorde vast zoals
aangegeven in de volgende afbeelding. Draai de schroeven van het deksel met
een aanhaalmoment uit de volgende tabel aan. Doe dit zo vaak tot de schroe-
ven goed zijn vastgedraaid. Om te voorkomen dat het montagedeksel bescha-
digd raakt, gebruikt u alleen kniksleutels of momentsleutels. Gebruik geen slag-
moersleutel.
vlak van de reductorbehuizing voor ruimtelijke positie
M1
M2
M3
27 ± 1
27 ± 1
21 ± 1
21 ± 1
18 ± 1
46 ± 1
11 ± 2
40 ± 2
22 ± 1
45 ± 1
19 ± 1
42 ± 1
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
31 ± 1
72 ± 1
24 ± 1
70 ± 1
onafhankelijk van de ruimtelijke positie
M4
M5
27 ± 1
27 ± 1
21 ± 1
21 ± 1
18 ± 1
46 ± 1
11 ± 2
40 ± 2
22 ± 1
45 ± 1
19 ± 1
42 ± 1
–
39 ± 1
–
32 ± 1
–
32 ± 1
–
28 ± 1
56 ± 1
78 ± 1
45 ± 1
71 ± 1
12 ± 1
19 ± 1
31 ± 1
M6
27 ± 1
21 ± 1
46 ± 1
40 ± 2
45 ± 1
42 ± 1
–
–
–
–
78 ± 1
71 ± 1