7.6
Ruimtelijke-positiebladen
7.6.1
Legenda bij de ruimtelijke-positiebladen
AANWIJZING
De posities van het ontluchtingsventiel, de oliepeilschroef en de olieaftapschroef die
in de ruimtelijke-positiebladen zijn vermeld, zijn bindend en voldoen aan het monta-
gevoorschrift.
Motoren zijn in de ruimtelijke-positiebladen alleen weergegeven als symbolen.
AANWIJZING
Bij reductoren met volle as: de afgebeelde as is altijd aan de A-zijde.
Bij opsteekreductoren: de gestippelde as geeft de machine-as aan. De uitgaande
aszijde (= aspositie) wordt altijd aan de A-zijde afgebeeld.
AANWIJZING
Met uitzondering van de W..37 en W..47 zijn de SPIROPLAN
ruimtelijke positie M4 onafhankelijk van de ruimtelijke positie. Voor een betere oriën-
tatie worden echter ook voor de SPIROPLAN
ties M1 tot M6 weergegeven.
AANWIJZING
Bij de SPIROPLAN
tielen, oliepeilschroeven of olieaftapschroeven worden aangebracht.
De SPIROPLAN
voorzien van een ontluchtingsventiel en in de ruimtelijke positie M2 van een olieaftap-
schroef.
AANWIJZING
Enkele reductoren zijn alleen verkrijgbaar in de ruimtelijke positie M0. In dit geval
wordt de reductor geleverd als een universele ruimtelijke positie en kan door de klant
aan verschillende ruimtelijke posities worden aangepast. Neem eventueel contact op
met SEW-EURODRIVE.
Gebruikte symbolen
In de onderstaande tabel is te zien wat de symbolen betekenen die in de ruimtelijke-
positiebladen zijn gebruikt.
Symbool
®
-motorreductoren W..10 tot W..30 kunnen geen ontluchtingsven-
®
-motorreductoren W..37 en W..47 zijn in de ruimtelijke positie M3
Betekenis
Ontluchtingsventiel
Oliepeilschroef
Olieaftapschroef
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Bouwvormen
Ruimtelijke-positiebladen
®
-motorreductoren in de
®
-motorreductoren de ruimtelijke posi-
1)
7
143