Functionele veiligheid
9
Veiligheidstechnische voorwaarden
9.3.4
Vereisten voor de inbedrijfstelling
9.3.5
Vereisten voor het bedrijf
304
Technische handleiding – MOVIDRIVE
– De inschakeltestimpulsen mogen in een pakket van maximaal 3 testimpulsen
met een interval van steeds 2 ms op elkaar volgen. Na een pakket moet er een
pauze van minstens 500 ms worden aangehouden voordat een volgende in-
schakeltestimpuls of een volgend inschakeltestimpulspakket wordt uitgezon-
den.
– De testimpulsen moeten worden bewaakt in de veiligheidsvoorziening. Als er
een fout optreedt, moet de veiligheidsvoorziening een toepasselijke foutreactie
uitvoeren.
1-polig P-schakelend:
•
In uitgeschakelde toestand mogen er geen inschakeltestimpulsen op de P-kabel
komen te staan.
•
In ingeschakelde toestand:
– De uitschakeltestimpulsen op het P-kanaal mogen maximaal 1 ms lang zijn.
– De volgende uitschakeltestimpuls mag op zijn vroegst na een tijdspanne van
2 ms worden uitgevoerd.
– De inschakeltestimpulsen mogen in een pakket van maximaal 3 testimpulsen
met een interval van steeds 2 ms op elkaar volgen. Na een pakket moet er een
pauze van minstens 500 ms worden aangehouden voordat een volgende in-
schakeltestimpuls of een volgend inschakeltestimpulspakket wordt uitgezon-
den.
– De testimpulsen moeten worden bewaakt in de veiligheidsvoorziening. Als er
een fout optreedt, moet de veiligheidsvoorziening een toepasselijke foutreactie
uitvoeren.
•
Om de gerealiseerde veiligheidsfuncties van de aandrijving aan te kunnen tonen
moeten deze na de inbedrijfstelling worden gecontroleerd en gedocumenteerd
(functiecontrole).
•
Hierbij moeten de beperkingen voor de veiligheidsfuncties van de aandrijving vol-
gens het hoofdstuk "Beperkingen" worden aangehouden. Niet op de veiligheid ge-
richte onderdelen en componenten, die het resultaat van de functiecontrole beïn-
vloeden (bijv. motorrem), moeten indien nodig buiten bedrijf worden gesteld.
•
Voor het gebruik van het apparaat in op de veiligheid gerichte toepassingen die-
nen principieel de inbedrijfstellingstests van de uitschakelvoorziening en de juiste
elektrische aansluitingen te worden uitgevoerd en geprotocolleerd.
•
Het bedrijf is alleen binnen de gespecificeerde limieten van de bijbehorende docu-
mentatie toegestaan. Dit geldt zowel voor de externe veiligheidsbesturing als voor
het apparaat en de toegestane opties.
•
De apparaatinterne diagnosefunctie is bij permanent vrijgegeven of permanent ge-
blokkeerde STO-ingang beperkt. Pas bij de niveauwissel van het STO-signaal
worden er uitgebreide diagnosefuncties uitgevoerd. Daarom moet de STO-ingang
van het apparaat voor PL d conform ISO 13849-1 en SIL 2 IEC 61800-5-2 ten min-
ste eenmaal per jaar en voor PL e conform ISO 13849-1 en SIL 3 IEC 61800-5-2
ten minste eenmaal per kwartaal bij een ingeschakelde netspanning worden opge-
vraagd, om een complete testafdekking te verkrijgen. Daarvoor moet het volgende
testverloop worden aangehouden.
®
modular