Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

88
Instrumenten en bedieningsorganen
Als daarna de aardgastanks niet bij‐
gevuld worden, moet bij de volgende
start handmatig worden overgescha‐
keld op benzine als brandstof. Dit is
nodig om schade aan de katalysator
(oververhitting door onregelmatige
brandstoftoevoer) te voorkomen.
Als de keuzeschakelaar binnen korte
tijd meerdere keren wordt bediend,
treedt een overschakelblokkering in
werking. De motor blijft rijden op de
eerder geselecteerde brandstof. De
blokkering is actief totdat de ontste‐
king wordt uitgeschakeld.
Bij rijden op benzine rekeningen hou‐
den met een gering verlies van ver‐
mogen en draaimoment. Daarom rij‐
stijl (bijv. bij inhaalmanoeuvres) en
belasting van de auto (bijv. door een
aanhanger) overeenkomstig aanpas‐
sen.
De benzinetank om de zes maanden
leegrijden totdat controlelamp Y op‐
licht en opnieuw voltanken. Dit is no‐
dig om de voor het rijden op benzine
vereiste systeemfunctie en brandstof‐
kwaliteit te handhaven.
De auto regelmatig voltanken om cor‐
rosie in de tank tegen te gaan.
Servicedisplay
Als het tijd is voor een servicebeurt,
verschijnt de melding InSP. Verdere
informatie 3 198.

Controlelampen

De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Bij het inschakelen van
de ontsteking lichten de meeste con‐
trolelampen korte tijd op bij wijze van
functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:
Rood = gevaar, belangrijke
herinnering,
Geel
= waarschuwing, aanwij‐
zing, storing,
Groen = inschakelbevestiging,
Blauw = inschakelbevestiging.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave