Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

114
Verlichting
Auto's met halogeenkoplampen
Koplampen door een werkplaats la‐
ten bijstellen.
Auto's met adaptief rijlicht (AFL)
Dimlichtbundel omschakelen:
1. Hendel naar u toe trekken en vast‐
houden.
2. Ontsteking inschakelen.
3. Na ca. 3 seconden klinkt er een
geluidssignaal.
Controlelamp B 3 96.

Dagrijlicht

Met ingeschakeld contact en de licht‐
schakelaar op 7 of AUTO worden de
zijmarkeringslichten ingeschakeld.
Bij een draaiende motor wordt het
dimlicht ingeschakeld.
Bij auto's zonder automatisch dimlicht
moet voor een goede verlichting van
het display en de schakelaars bij duis‐
ternis naar 9 worden omgescha‐
keld.
Bij het uitschakelen van het contact
wordt ook het dagrijlicht uitgescha‐
keld.
Adaptief rijlicht (AFL)
Het adaptieve rijlicht (AFL) zorgt met
de Bi-Xenonkoplampen voor een be‐
tere verlichting in bochten en vergroot
de koplampreikwijdte.
Bochtverlichting
De lichtbundel draait mee afhankelijk
van de stuurwielstand en de rijsnel‐
heid.
Snelwegverlichting
Bij hogere snelheden en voortdurend
rechtuitrijden wordt de lichtbundel au‐
tomatisch iets hoger afgesteld. Daar‐
door hebben de koplampen meer
reikwijdte.
Controlelamp B 3 96.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave