Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
De lichtsterkte kan bij ingeschakelde
buitenverlichting worden ingesteld:
knop k indrukken om te ontgrende‐
len, linksom of rechtsom draaien en
vasthouden totdat de gewenste licht‐
sterkte bereikt is.
Interieurverlichting
De voorste en middelste interieurver‐
lichting worden bij het in- en uitstap‐
pen vanzelf ingeschakeld en doven
met enige vertraging.
Voorste interieurverlichting
Bediening met toets c.
Middelste en achterste
interieurverlichting
Er zijn twee uitvoeringen.
Verlichting
Bediening met schakelaar (I = aan,
0 = uit, middelste stand = automati‐
sche interieurverlichting).
Uitschakelen met toets c.
117