82
Instrumenten en bedieningsorganen
Na inschakelen van het contact en
hendel op $ geldt een interval van
6 seconden.
Automatische wisfunctie met
regensensor
$ = Automatische wisfunctie met
regensensor
De regensensor registreert de hoe‐
veelheid neerslag op de voorruit en
stuurt automatisch de wissnelheid
van de voorruitwissers aan.
Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken. Sproeier‐
vloeistof wordt tegen de ruiten gespo‐
ten en de wissers maken enkele sla‐
gen.
Staat de verlichting aan, dan wordt er
ook sproeiervloeistof tegen de kop‐
lampen gespoten. Daarna werken de
koplampsproeiers 2 minuten niet.
Wis-/wasinstallatie
achterruit
Hendel van u af duwen. De achter‐
ruitwisser wist in de intervalstand. Om
uit te schakelen, de hendel nogmaals
naar voren duwen.