184
Verzorging van de auto
Sneeuwkettingen zijn toegestaan op
banden met maat 195/65 R 15,
195/60 R 16, 205/55 R16,
205/50 R 17 en 225/45 R17.
Bij de bandenmaten 225/40 R 18,
225/40 ZR 18 en 235/35 R 19 is het
gebruik van sneeuwkettingen niet
toegestaan.
Het gebruik van sneeuwkettingen op
een compact reservewiel is niet toe‐
gestaan.
Bandenreparatieset
Lichte beschadigingen van de loop‐
vlakken van de banden kunnen met
de bandenreparatieset worden ver‐
holpen.
Vreemde voorwerpen niet uit de ban‐
den verwijderen.
Bandbeschadigingen die groter zijn
dan 4 mm of dicht bij de velg zitten,
kunnen niet met de bandenreparatie‐
set worden verholpen.
9 Waarschuwing
Niet sneller rijden dan 80 km/u.
Niet langdurig gebruiken.
Stuur- en rijgedrag worden moge‐
lijk beïnvloed.
Bij bandenpech:
Handrem aantrekken en eerste ver‐
snelling, achteruitversnelling of P in‐
schakelen.
De bandenreparatieset zit in het op‐
bergvak in de bagageruimte.
Vergrendelingslipjes naar voren du‐
wen en de afdekking verwijderen.
1. Fles met afdichtmiddel en houder
met luchtslang uit bakje nemen.
2. Luchtslang van houder afwikkelen
en op aansluiting van fles met af‐
dichtmiddel schroeven.